15 november 2021

Reactie van de CDA-fractie op de begroting van 2022

Geacht college en raad,

Hierbij de begrotingsbehandeling voor het jaar 2022. De laatste begrotingsbehandeling van deze bestuursperiode.

Als CDA willen we besturen (en dat hebben we de afgelopen 4 jaar ook gedaan) op basis van vijf basisprincipes! Deze zijn; rentmeesterschap, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid, solidariteit en ons geloof.

Vanuit een besef van verbondenheid tussen de generaties voelt het CDA zich geroepen tot zorg voor de natuur en cultuur: het rentmeesterschap.

Voor het CDA begint politiek met de erkenning van maatschappelijk initiatief! Mensen, buurten, sportclubs, scholen, kerken enzovoort leveren allemaal een unieke bijdrage aan de samenleving en scheppen verbondenheid tussen mensen. De overheid geeft al die mensen het vertrouwen om te doen waar ze goed in zijn. Tevens geeft de burger de overheid het vertrouwen om te doen wat zij moet doen: gespreide verantwoordelijkheid. Publieke gerechtigheid houdt in dat het CDA staat voor de rechtsstaat als onmisbare voorwaarde voor de bescherming van de menselijke waardigheid. Dit geldt voor alle mensen (zie artikel 1 van de grondwet). Solidariteit houdt voor het CDA kortweg in, dat er betrokkenheid moet zijn tussen de generaties en tussen rijk en arm. We leven niet alleen voor onszelf, maar we zijn pas mens door met elkaar te leven. De overheid zorgt voor de basis van sociale zekerheid voor iedereen. De 5e pijler is voor ons het belangrijkste, namelijk: onze God, de vader en zijn zoon Jezus Christus. Vanuit ons geloof komen wij tot de genoemde speerpunten en in dienst van zijn koninkrijk bedrijven wij politiek. Ook de komende bestuursperiode die vanaf 22 maart 2022 begint, willen we vanuit deze pijlers gaan besturen!

De voorliggende begroting beoordelen we dan ook op grond van deze vijf pijlers.

De begroting is tamelijk beleidsarm opgezet, oftewel er zit weinig nieuw beleid in; alleen het hoogstnoodzakelijke. Bij het opstellen van deze begroting in mei waren de financiële vooruitzichten nog uiterst ongewis en zag het er niet rooskleurig uit. Maar zoals ik al in een eerdere column schreef, is de rijksoverheid eindelijk over de brug gekomen met geld voor het tekort dat bij de gemeenten is ontstaan, met de overheveling van met name de jeugdzorg naar de gemeente. Bovendien heeft de herverdeling van het gemeentefonds gunstig uitgepakt voor de gemeente Oldebroek.

De uitkomst van de begroting is zeer positief voor 2022 en volgende jaren! Dat moet ook wel, want ons weerstandsvermogen, om financiële  tegenvallers op te kunnen vangen zodra risico’s ontstaan, is letterlijk tot op het minimum gedaald. Om maar vast een voorschot te geven: het CDA Oldebroek vindt dat het begrotingsoverschot komend jaar moet worden  benut om het weerstandsvermogen flink op te krikken. De eerste jaren moeten we nog minimaal 50% van het begrotingsoverschot in de reserve stoppen, om daarmee het weerstandvermogen verder te versterken. Dat we nu zo goed in de slappe was zitten naar het zich laat aanzien, betekent niet dat de nog te realiseren bezuinigingen maar zo aan de kant kunnen. We vinden nog steeds dat het college die goed uit moet uitvoeren, zodat we geld overhouden voor veranderingen in en dienstverlening aan de samenleving! Het College moet, wat ons betreft de taakstellende bezuiniging op inhuur en op de personeelsbegroting echt gaan halen! Graag een reactie!  (1)

Wat het sociaal domein betreft: het CDA blijft staan voor de zorg! Fijn dat er waarschijnlijk daarvoor nu genoeg geld is. Het CDA is blij met het feit dat er nu realistisch begroot kan worden bij de Jeugdzorg.  We willen dat iedereen de zorg krijgt, die ze nodig heeft, maar we blijven ook een voorstander van regelmatig evalueren! Je zou zelfs een financiële impuls kunnen geven in de vorm van meer preventie. We zijn net 5 jaar onderweg, dus we moeten nog even geduld hebben om de vruchten er van te zien. De afgelopen jaren hebben we als CDA ook gepleit voor meer inzet van de combinatiefunctionaris om gymlessen te verzorgen op de scholen. De landelijke trend is dat overgewicht toeneemt en dat de jeugd steeds minder beweegt. Dit is een zorgelijke ontwikkeling en wij vinden dat wij hierin een taak hebben door samen met de scholen te investeren in extra gymlessen voor alle kinderen. In het verkiezingsprogramma zal dit een van de pijlers van het CDA worden en we hopen dat een volgend college hiermee aan de slag zal willenl gaan.

 

Afgelopen jaar is de evaluatie van cultuur door de Corona blijven liggen en daar hebben we begrip voor, maar we kijken uit naar de evaluatie, die wat ons betreft nog deze bestuursperiode moet komen! Wilt u dat toezeggen college? (2)

Zoals in de eerdere discussie hierover aangegeven: als CDA denken we dat de cultuursector bestaansrecht heeft met een impuls vanuit de overheid. We gaan ervanuit dat er bij de evaluatie hierover een visie opgesteld gaat worden, want van daaruit kan bepaald worden wat je wilt en hoe je dat wilt. Als CDA zijn en blijven we voorstander van investeren in de cultuursector!!

Ook blijven we herhalen: als door de corona (of wat voor calamiteit dan ook) het verenigingsleven financieel of wat betreft het aantal leden in gevaar komt, er hulp geboden moet worden. Want zoals met andere woorden in de inleiding al gezegd, het verenigingsleven is de ‘lijm’ in de samenleving.

 

Een echt zorgenkindje vindt het CDA  het beleid om meer samenwerking te krijgen met de omliggende gemeenten. We zien maar bitter weinig concrete resultaten en het tempo is nog minder dan een slakkengang. We hameren hier al jaren op en denken dat dit veel sneller kan!! Ook blijven we er op hameren: maak de besparingen zichtbaar! Vorig jaar kreeg u van ons een dikke onvoldoende en ook dit jaar zijn we daartoe weer geneigd. Hoe staat het nu met de milieustraat? Komt die er nog? Eerst de ene gemeente die niet wil, nu de andere die maar weer uitstelt. College, is het niet zaak om contact te zoeken met de gemeente Hattem, die ook iets dergelijks wil realiseren en met hen tot een gezamenlijk plan te komen? Dit schiet zo toch niet op? Graag uw reactie. (3)

Om maar bij Diftar te blijven. De uitkomsten van de hoeveelheid ingezameld afval zijn uiterst positief. Eerlijk is eerlijk: wij hadden dat iets minder rooskleurig ingeschat. Wel een vraag: is de hoeveelheid zwerfafval binnen de perken gebleven? Graag uw reactie. (4)

 

Nog een opmerking over de leefbaarheid van de kernen. Die heeft ook te maken met voldoende (sociale) woningbouw voor alle doelgroepen. We weten dat het college daar oog voor heeft, maar het college ‘stelt zich terughoudend op’ als er geen plannen zijn en de gemeente geen grond heeft. Volgens ons is het belangrijk dat de gemeente actief kijkt waar het gronden voor een normale prijs aan kan kopen om uitbreiding te verwezenlijken. Vooral ook in en bij de kleine kernen.

Het CDA krijgt vragen uit de samenleving over de afslag van de A28 naar H2O. Dit naar aanleiding van de geconstateerde drukte op de rondweg. Kan het college hier iets over zeggen? (5)

Het college heeft vorige jaar de zeer concrete uitspraak gedaan, dat 50% van de woningen zonnepanelen zal hebben in 2022. Onze vraag is hoever staat het hier mee? Denkt u dit te gaan halen? Het CDA Oldebroek is overigens tegen het aanleggen van parken met zonnepanelen op hoogwaardige landbouwgrond. Kunt u ons toezeggen dat dit niet gaat gebeuren? (6)

Voor inbreidings projecten is communicatie met de omwonenden een must. Wij zijn van mening dat dit een taak van de gemeente is en niet van de ontwikkelaar. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de Buurskamp.

Participatie staat hoog in het vaandel, echter dit kan ook doorslaan.

Onlangs is er een besluit genomen waar eigenlijk verreweg de meeste fracties het niet mee eens waren, maar toch uiteindelijk met de nodige tegenzin voor hebben gestemd. ????

Wij verwachten van het college, dat de raad niet weer voor dergelijke voldongen feiten komt te staan.

Tevens maken we ons grote zorgen over de gang van zaken met de plannen, die gemaakt worden voor de verplaatsing van WHC. Wordt de raad hier weer buitenspel gezet en straks voor voldongen feiten geplaatst? De bewoners waren niet bepaald enthousiast over de digitale inspreekavonden! De afspraak was toch, dat wanneer de plannen niet financieel haalbaar waren het college eerst terug zou komen naar de commissie/raad. Waarom gebeurt dat niet? (7)

Ons laatste punt is: het zwembad en de aanbesteding. Als eerste vinden we het niet goed dat dit punt integraal met de begroting behandeld wordt. Zo kan er niet inhoudelijk over gedebatteerd worden? Aangezien er geen andere mogelijkheid is, doen we het toch! College, is het niet uitermate vreemd, dat de partij die niet meer het zwembad wil exploiteren, dat nu wel weer gaat doen? Met als enige verschil dat er nu meer geld voor uitgetrokken wordt (€219000). Dat roept veel vragen op, ook bij de bevolking. In de beantwoording van onze vragen hierover blijkt, dat de exploitatie zo weer opgezegd kan worden. Gaan we de volgende keer er dan 3 ton bij doen? U schrijft ook,dat u twee tot drie maal per jaar spreekt met sportfondsen over het doorvoeren van de kwaliteitsvoorstellen. We houden ons hart vast. Als je alleen al kijkt naar de openingsuren, die vanaf maart 2020 naar nu al flink verminderd zijn, roept de daadwerkelijke uitvoering wel grote vragen op. Wat voor mogelijkheden heeft het college om te sturen? Graag uw reactie. (8) 

 

Geacht college, wij zijn u erkentelijk voor het aanbieden van deze sluitende begroting en het vele werk dat daar in zit. Wij danken u daarvoor en wensen u allen bij het komende werk Gods onmisbare zegen toe!

 

 

Om  financiële  tegenvallers  op  te kunnen vangen zodra risico’s ontstaan,

heeft een gemeente een buffer nodig. Het  weerstandsvermogen  bepaalt  in

hoeverre de gemeente in staat is de financiële gevolgen van opgetreden risico’s op te vangen.

Het  weerstandsvermogen  kan  gemeten worden als de verhouding tussen de weerstandscapaciteit die de gemeente beschikbaar heeft en de verwachte financiële gevolgen van de risico’s en kan weergegeven worden als een ratio:

Beschikbare weerstandscapaciteit/Risico’s (risicoprofiel)

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.