Op woensdag 8 november heeft de raad van de gemeente Het Hogeland de begroting voor 2024 besproken.

Lees hier de stukken onder agendapunt C.08 >>>

Lees hieronder de bijdrage van het CDA

Voorzitter, voor ons ligt de begroting 2024 en de meerjarenraming.

Allereerst willen allen die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van het boekwerk dankzeggen voor hun inzet. Het is ieder jaar weer een race tegen de klok om de begroting klaar te krijgen en de juiste cijfers en teksten bij elkaar te krijgen.

Dit jaar zullen wij als fractie van het CDA de begroting aan de hand van de verschillende programma’s belichten. Onze conclusie op hoofdlijnen kunnen we samenvatten met de woorden ‘het kon minder’. Dit wil overigens niet zeggen dat we geen opmerkingen en aanbevelingen hebben.

Bij Veiligheid kunnen wij de aandacht die gegeven wordt aan ondermijning van harte onderstrepen. In het verlengde hiervan hebben wij wel zorgen over de politiecapaciteit zeker in de avond, nacht en in het weekend. Een ander punt is de brandweerzorg in de toekomst als de Oostpolder ook operationeel is. Wordt hier ook naar gekeken?

Als laatste willen wij aandacht vragen voor stalbranden. Wij zouden graag zien dat samen met de agrariërs preventief gekeken wordt om zo goed als mogelijk is om brand te voorkomen om mogelijk dierenleed in de toekomst te voorkomen bij een eventuele brand. (“…De aanpak van stalbranden stagneert en de brandveiligheid van de stallen verbetert niet. Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV). In maart 2021 publiceerde de OvV een rapport met aanbevelingen om het aantal stalbranden terug te dringen. Nu concludeert de raad dat deze grotendeels niet zijn uitgevoerd….”)

Bij Bereikbaarheid onderschrijven wij het belang van goede fietsverbindingen. Nadrukkelijk willen we hier ook aandacht vragen om naar de bestaande fietspaden te kijken of die verbreed kunnen worden of om de paar honderd meter passeerplaatsen zodat ook scootmobielen etc. elkaar kunnen passeren. Uiteraard vragen wij aandacht voor goede OV verbindingen met name de zogenaamde dwarsverbindingen. Een punt van zorg blijft de verkeerssituatie in Onderdendam. Alle maatregelen die getroffen worden zijn lapmiddelen, wij zouden er voorstander van zijn om samen met alle betrokkenen te komen tot een structurele oplossing zoals een rondweg. 

Wij zijn verheugd dat het college aandacht voor de situatie in de visserijsector heeft en samen met betrokkenen zich hiervoor wil inzetten. In dit kader missen we overigens, althans op papier, de inzet van het college voor de agrarische sector.

Waar we als fractie zorgen over maken is het tempo van uitbreiding van bestaande bedrijventerreinen. Wij vinden het van belang dat er met name voor eigen ondernemers voldoende mogelijkheden zijn voor bedrijfsuitbreiding of vestiging in de diverse dorpen en willen voorkomen dat bedrijven zich gaan vestigen in andere gemeenten. Ook voor de uitbreiding van de Eemshaven zijn deze relatief kleine ondernemers van wezenlijk belang. In de slipstream van de verwachte grote ondernemingen in de Eemshaven moet er ruimte gecreëerd worden voor dienstverlenende sectoren die zich in de regio willen gaan vestigingen.

Leefbaarheid en voorzieningen is voor velen een bepaalde beleving van Brede Welvaart. Hier zien we ook de aanvraag van een Regiodeal terugkomen. Het is en blijft voor ons fractie nog steeds een vaag gebeuren wat er nu allemaal wel of niet wordt aangevraagd. Een ander punt wat hierbij naar voren komt is de cofinanciering. En hoeverre is hier rekening mee gehouden in de begroting of moet dit nog worden ingevuld?

Het college wil meer uitgaan van de kracht van inwoners en dorpen. Dit kunnen wij alleen maar onderstrepen, maar hoe denkt het college hier concreet invulling aan te geven?  Zeker omdat we ook zien dat bij de subsidies voor leefbaarheid en voorzieningen met een ton is gedaald.

Tevens missen we in dat rijtje nog steeds de Visserijmuseum in Zoutkamp, een van de Waddenmusea en als enige zonder subsidie van de gemeente. Zij zijn voor de toeristische sector en Zoutkamp van onschatbare waarde en vormen vaarverbindende  schakel tussen de verschillende musea. We hebben het al eerder genoemd en willen  graag de toezegging van het college om dit nu op te pakken en samen met het Visserijmuseum te kijken naar de mogelijkheden. Wij overwegen om eventueel hiervoor een motie in te dienen.

Het is goed dat er voor onderwijshuisvesting een duurzaam integraal huisvestingsplan wordt gemaakt zodat inzichtelijk gemaakt wordt voor welke uitdaging we staan om onze kinderen op goede locaties onderwijs te kunnen bieden zeker in die delen waar de scholen niet versterkt of nieuwbouw heeft plaatsgevonden.

De laatste tijd hebben we uitvoerig gesproken over de transformatie van het sociaal domein en zojuist nog over de vorming van het ontwikkelplein. Om te voorkomen dat we in herhaling treden laten we het voor dit moment even schieten, wel met in het achterhoofd dat voor velen het steeds zorgelijker wordt om rond te kunnen komen en dat we hier als gemeente een verantwoordelijkheid in hebben. Een onderdeel willen we nog wel even belichten namelijk de opvang van vluchtelingen. Wij zouden er voorstander van zijn om een lange termijnvisie voor de opvang van vluchtelingen te ontwikkelen. Dit zal gezien de diverse brandhaarden in de wereld de komende jaren een punt van zorg blijven.

Eindelijk zal de omgevingswet per 1 januari van start gaan. De nodige verordeningen en regelingen zijn of worden nog vastgesteld, maar wat velen malen belangrijker is of we als gemeente er klaar voor zijn en hoe gaan we de veranderingen allemaal communiceren met onze inwoners? Hoe gaan we het participatietraject inrichten? Kortom kunnen we met een gerust hart 1 januari tegemoetzien?

Het afgelopen jaar is er gewerkt aan een duurzaam afvalbeleid. Maar hoe duurzaam is dat beleid? Hiermede bedoelen we dat als we met z’n allen minder afval inzamelen de tarieven weer omhoog zullen gaan. Goed scheiden wordt op deze wijze gestraft. Hoe denkt het college om de vaste kosten beheersbaar te houden en op een verminderende stroom afval in te kunnen spelen?

Woningbouw in een paar dorpen begint een beetje vorm te krijgen maar we zien ook dat in vele dorpen er behoefte is aan met name starterswoningen en seniorenwoningen maar dat het een moeizaam en langdurig traject is. Wat ons betreft zou het motto moeten zijn: ieder dorp er een straatje bij. Misschien moeten we wat minder visies gaan schrijven en meer met de uitvoering bezig zijn. Wat ons betreft mag er zeker nog wel een paar tandjes bij.

Voorzitter, de komende jaren zullen voor de inrichting en de bouw van de Oostpolder veelvuldig werknemers van elders worden ingezet. Voor de huisvesting van deze werknemers is het wat ons betreft van belang dat deze tijdelijke werknemers een fatsoenlijke huisvesting geboden kan worden. Is het college bereid om hierover een prognose te maken en beleid en samen met de raad randvoorwaarden op te stellen voor huisvesting van tijdelijke werknemers voor de komende jaren?

De hele energietransitie is nog een vaag gebeuren. We vliegen van RES 1.0 naar RES 2.0 en de volgende mijlpaal is al in het verschiet namelijk RES 3.0, maar wat is de werkelijke betekenis van al die RES’sen? Is het een papieren werkelijkheid of toch iets meer? Welke rol spelen onze inwoners en bedrijven hierin? Wat helder is dat de genoemde jaartallen niet haalbaar zullen zijn zeker niet met in het achterhoofd dat het stroomnetwerk hiervoor op geen stukken na toereikend is. Zijn we met z’n allen niet te veel aan het wensdenken?

Voorzitter, in het kader van dienstverlening zien we dat er veel zaken goed gaan, maar toch blijven er knelpunten in de bereikbaarheid van de organisatie. Dit verdient de nodige aandacht. Dienstverlening is tenslotte het visitekaartje van de gemeente.

Een punt van zorg blijft het groenonderhoud van met name perkjes, struiken, bomen en trottoirs. Inwoners ergeren zich eraan. Onlangs hebben we een evaluatie van het groenbeleid ontvangen van het college. Een van de aanbevelingen is om extra capaciteit in te zetten voor beleids- en beheer aspecten. Wij denken dat het knelpunt meer zit in de directe uitvoering, oftewel de handjes. Graag krijgen wij de toezegging van het college om de evaluatie op korte termijn in de raad te bespreken, zodat we voor 2024 eventueel extra middelen beschikbaar kunnen stellen voor de uitvoering.

Voorzitter, een punt van zorg blijft de uitkering en de herijking van het gemeentefonds. Voor 2026 zien we een dieptepunt en in 2027 een lichte verbetering. Het college speelt hier naar ons optiek goed op in, maar we zien ook een aantal in de beschrijving bij de diverse programma’s die men structureel wil maken zoals het dorpenbudget maar de dekking nog niet structureel heeft ingevuld. Hier zit wat ons betreft ook wel een spagaat omdat sommige zaken blijkbaar wel structureel worden ingevuld welke niet structureel zijn zoals de dotatie aan de reserve Opgaven 2022/2026. Wat is de reden dat ervoor is gekozen om deze reserve voor 2027 nog eens structureel te spekken?

Als raad hebben we van de auditcommissie een aantal opmerkingen en aanbevelingen gekregen, zoals herziening nota reserves en voorzieningen De fractie van het CDA kan deze onderschrijven. Wij zijn wel benieuwd hoe het college hiertegen aankijkt.

Voor een groot deel van de gemeente zal de komende jaren versterking van woningen een grote rol gaan spelen. Voor betrokkenen heeft dit veel impact. Uit je vertrouwde omgeving naar een wisselwoning, je omgeving zien veranderen in een grote bouwput. Als gemeente dienen we naast deze inwoners te staan en hun met raad en daad bij te staan. Terwijl bewoners in deze ellende zitten wordt er druk gesproken over Nij Begun. Een grotere tegenstelling kun je je haast niet voorstellen. Het kabinet heeft vele miljoenen  voor de komende jaren beschikbaar gesteld. Laten we ervoor waken dat de versterkingen en schadeafhandelingen blijvend voortvarend wordt opgepakt en dat al onze inwoners een veilig huis tot hun beschikking hebben. De inzet van de middelen van Nij Begun zal de komende jaren hoog op de agenda staan bij bestuurders maar wij zijn van mening dat het ook hoog op de agenda bij de inwoners moet staan en hun betrokkenheid en inbreng van essentieel belang is voor de Brede Welvaart van ons gebied.

Voorzitter,

Afrondend een terughoudende begroting 2024  met weinig nieuw beleid, vooruitkijkend op zoals het nu lijkt op een aantal magere jaren, maar wel met de kanttekening dat we redelijk wat vet op de ribben hebben om die jaren op te vangen als we bijv. de dotatie Opgaven 2022/2026 voor zowel 2026 als 2027 laten schieten.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.