Inbreng Begrotingsbehandeling EZK – onderdeel klimaat en energie (11 min. 1e en 2e termijn)

Voorzitter,

Bijna een jaar geleden presenteerde deze coalitie haar coalitieakkoord. Dit is dus de eerste begrotingsbehandeling waarin we terug kunnen kijken op het afgelopen jaar. Welke stappen zijn gezet, liggen we op koers en wat moet beter?

Regeren is vooruitzien, maar dat we een jaar na het coalitieakkoord in de huidige energiecrisis zouden zitten, dat hadden we ons toen niet goed kunnen voorstellen.

De huidige energiecrisis heeft het speelveld waarin het kabinet moet opereren, op z’n kop gezet. We geven miljarden extra uit om de pijn van de torenhoge energierekening voor huishoudens en bedrijven enigszins te verzachten. We laten schepen met vloeibaar aardgas naar Nederland varen om voldoende gas te hebben. Kolencentrales mogen meer draaiuren maken. Door de hoge gasprijs is het verbruik van aardgas met tientallen procenten gedaald; huishoudens doen zuinig aan en bedrijven schalen hun productie af.

Tegelijkertijd is het klimaatprobleem niet minder urgent, integendeel. Oktober was in Europa de warmste oktobermaand ooit gemeten. De belangrijkste vraag waar we met elkaar voor staan, is deze: hoe kunnen we deze crisis zo goed mogelijk doorstaan en deze crisis tegelijkertijd gebruiken om ook die andere crisis aan te pakken? Met ‘zo goed mogelijk’ bedoel ik dan: dat kwetsbare huishoudens overeind blijven en ook het bedrijfsleven deze barre tijd zonder al te grote kleerscheuren doorkomt.

Wat de CDA-fractie betreft is de noodzaak om over te stappen op een nieuwe, schone energievoorziening urgenter dan ooit. Het klimaatbeleid zoals we dat hebben geformuleerd in ons coalitieakkoord, heeft absoluut niet aan waarde ingeboet. Integendeel, we kunnen en moeten meer snelheid maken. Daar is gelukkig ook brede steun voor in het parlement. Wel zullen we opnieuw moeten bekijken wat de energiecrisis betekent voor de uitwerking van deze plannen.

De komende jaren zullen we tempo moeten maken. Maar dat lukt niet zonder een cultuurverandering bij de overheid.

De afgelopen 10 jaar is het klimaatbeleid in Nederland sterk vormgegeven vanuit het idee van doelmatigheid. We moesten zo kostenefficiënt mogelijk te werk gaan. We zouden op ‘tonnenjacht’ gaan. De belangrijkste motor achter de verduurzaming was de stimuleringsregeling SDE++, waarin subsidies worden gerangschikt en gegund op basis van kosteneffectiviteit. Zoveel mogelijk duurzame energie voor zo weinig mogelijk geld, zo was de gedachte.

Doelmatigheid is een woord dat goed past bij een overheid die als een bedrijf bestuurd wordt. Maar de overheid is geen bedrijf en doelmatigheid is in de praktijk vaak meer een excuus om niet te hoeven kiezen. Op basis van het uitgangspunt van doelmatigheid zijn zonnevelden gebouwd die, als je echt naar alle kosten kijkt (zoals de kosten van de netwerken), niet het meest doelmatig waren.

En het uitgangspunt van doelmatigheid heeft er ook niet toe geleid dat woningen massaal geïsoleerd zijn en energiebesparing die voor het oprapen lag bij bedrijven, is geoogst. Terwijl dat vanuit het perspectief van nu heel doelmatig was geweest.

Het is ook niet doelmatig als bedrijven door teveel onzekerheid in de subsidies voor duurzame energie niet weten waar ze de komende jaren aan toe zijn. Daarmee kunnen sectoren niet worden opgebouwd. Ook onderzoek en innovatie komen dan niet voldoende van de grond. Het is ook niet doelmatig om ruimtegebruik en het verdienvermogen van Nederland niet mee te nemen in de afwegingen.

Kortom, doelmatigheid was vaak een excuus voor het ontbreken van een visie en een korte-termijn-kruideniersmentaliteit.

En daarmee kom ik op het belangrijkste punt van mijn betoog: we zullen de omslag moeten maken van doelmatigheid naar voorspelbaarheid.

Want als we, bijvoorbeeld, aardwarmte in Nederland groot willen maken – en dat willen we! – dan moeten we een stabiele marsroute voor aardwarmte scheppen. Want het succes van aardwarmte komt er alleen als we in staat zijn een duidelijke groeistrategie maken. De boortoren moet van de ene naar de andere locatie gaan; onzekerheid maakt bedrijven kopschuw.

Voor groen gas, kernenergie, zon- en wind, batterijen, elektrolysers, groene waterstof, enzovoorts, zou ik hetzelfde punt kunnen maken. Daarom zou het volgende mijn voorstel zijn aan de minister. Het Plan Energiesysteem 2050 geeft straks aan welke technologieën cruciaal zijn voor de verduurzaming van Nederland. Maak voor deze – zeg – 10 technologieën per technologie een uitrolstrategie. En geef daarin aan op welke manier deze technologie de komende jaren met subsidies, normering, onderzoek en innovatie opgeschaald gaan worden. Dat vraagt per technologie om een specifieke aanpak, want niet elke technologie is in dezelfde ontwikkelingsfase.

Willen we een snelle energietransitie voor elkaar krijgen, dan moeten we een hoge voorspelbaarheid creëren. Dan kunnen ondernemers en huishoudens investeren in verduurzaming. En dat zal achteraf, daar ben ik van overtuigd, op de lange duur veel doelmatiger blijken te zijn. Het succes van windenergie op zee laat dit zien.

Voorspelbaarheid betekent, naast deze uitrolstrategieën, dat we onze horizon niet vastleggen op 2030. Geen kortetermijndenken! Ik zou graag willen dat we in alle plannen niet alleen naar 2030 kijken, maar ook alvast een indicatie naar 2040 en een best guess naar 2050.

Groen gas

Een voorbeeld van een uitrolstrategie is groen gas. Ook daar kunnen we alleen meters maken als er zo’n heldere uitrolstrategie is. Vanmorgen hebben collega Boswijk en ik een plan gepresenteerd om mestvergisting weer echt op de kaart te zetten in Nederland. Mestvergisting kan substantieel bijdragen aan de groen-gasdoelstelling van dit kabinet. Mestvergisting is onderdeel van een circulaire landbouw en het leidt tot minder CO2-uitstoot, minder methaanemissies, minder stikstof, vervanging van kunstmest en een perspectief voor boeren. We vragen de minister om te reageren op ons plan.

Hervorming SDE++

Zoals gezegd: we moeten meer toe naar uitrolstrategieën en bijpassende instrumenten waarmee we de uitrol van ‘technieken’ zoals waterstof, groen gas, geothermie, CCS, kernenergie, et cetera, waarvan we weten dat we ze richting 2030, 2040, 2050 nodig hebben, stimuleren. Met het invoeren van hekjes hebben we daar een begin mee gemaakt, maar volgens het CDA moeten we nog een stap verder gaan. Kunnen we de SDE++ niet nog verder hervormen op dit punt? Kunnen we voorspelbaarheid het uitgangspunt maken in plaats van doelmatigheid?

Lange termijn beleid

We zien nu al een aantal jaren een cyclus waarin het klimaatbeleid n.a.v. tegenvallende ramingen in de KEV steeds met ad-hoc maatregelen wordt aangevuld om de doelen voor de korte termijn te halen. Het gevaar daarbij is dat we ons een blindstaren op bijvoorbeeld het doel voor 2030 en de maatregelen daar op instellen, maar dat de nog grotere opgave voor de jaren daarna (2040 en 2050) vergeten wordt. In het voorjaar zal uit het IBO weer een aantal aanvullende maatregelen volgen. Ik zou graag zien dat er daarbij ook al naar 2040 en 2050 wordt gekeken. En kunnen we ook de KEV niet verder laten kijken dan 2030?

Energiebesparing

In juli heb ik samen met collega Grinwis een aantal suggesties gedaan om meer energiebesparing te realiseren. Kan de minister aangeven wat daarmee gedaan is? Uit een schatting van TNO blijkt dat er op jaarbasis 1 miljard kilowattuur aan elektriciteit bespaard kan worden als de lichten van kantoren en andere grote panden 's nachts uit worden gezet. Een aantal weken geleden is dat in een aantal gemeenten ook daadwerkelijk gebeurd, maar dan wel voor slechts één nacht. Welke mogelijkheden ziet de minstier om dat het jaar rond te gaan doen, in alle kantoren en andere grote gebouwen? Is hij daarover in gesprek met het bedrijfsleven?

In 2018 hebben GroenLinks en CDA met een motie gevraagd om bedrijven te verplichten uitsluitend ledverlichting te gebruiken en ook als overheid over te stappen naar ledverlichting. Heeft de minister in beeld welk percentage van de verlichting bij Nederlandse bedrijven op dit moment uit led-verlichting bestaat en wat het percentage led-verlichting is in overheidsgebouwen en installaties? Hoeveel energie- en CO2-besparing is er nog te behalen met meer led-verlichting (al dan niet in combinatie met bewegingssensoren)? Kunnen we niet in ieder geval in alle kantoren van het Rijksvastgoedbedrijf overgaan op LED-verlichting?

Windenergie op zee

Kunnen we windenergie op zee nog versnellen door gebieden ver weg aan te wijzen als kavels waar alleen waterstofproductie plaatsvindt? In de huidige routekaart voor windenergie op zee is er tot 2030 nog geen waterstof uit windenergie voorzien, maar kan dit niet een parallel spoor worden? Het ligt namelijk voor de hand om op plekken die ver weg liggen en waar de elektriciteitsaansluiting te duur wordt, met waterstofproductie aan de slag te gaan. En ja, ook het belang van de vissers moet daarin worden meegewogen. Is de minister bereid dat te verkennen?

Elektrolyse

Als we op tijd voldoende groene waterstof willen hebben, dan moeten we ook op tijd elektrolysers gaan bouwen. Deze gaan een forse impact hebben op de elektriciteitsnetten. Een verstandige inpassing in het energiesysteem is cruciaal. Hoe gaat de minister dat doen? Gaan Tennet en Gasunie plekken aanwijzen en tenders uitschrijven? Of laat de minister marktpartijken bepalen waar en wanneer er gebouwd wordt? Deze keuze moet snel gemaakt worden.

CTBO

We zitten in de paradoxale situatie dat we in Nederland extra gas moeten winnen om de energiecrisis door te komen en tegelijkertijd weten we ook dat we de winning van fossiele brandstoffen moeten afbouwen. We zouden aan nieuwe gaswinningsprojecten een extra voorwaarde kunnen toevoegen, namelijk de verplichting om de extra uitstoot die deze gaswinning met zich meebrengt, te compenseren. Een Carbon Takeback Obligation. Ook de gassector is bereid hieraan mee te werken. Is de minister bereid dit idee te omarmen en uit te werken?

Toekomst kolencentrales

Ik ben er al vaker mee gekomen, maar ik doe het toch weer: wat is het plan voor de toekomst van de vier kolencentrales? We moeten daar een plan voor maken, desnoods ook 4 maatwerkafspraken. De cap op de kolenproductie is er nu af, de centrales moeten wel in 2030 dicht, er ligt nog een nadeelcompensatie op de plank. Dat wringt. Gaan de kolencentrales gewoon volop stoken komende jaren? Of gaan we een slim plan verzinnen? Ik ben voor het laatste en ik hoop de minister ook.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.