Inbreng debat over de Staat van de rechtsstaat
(alleen het gesproken woord telt)

Voorzitter,

Er wordt veel geschreven over de staat van onze rechtsstaat. Ook bij dit debat wordt verwezen naar 8 brieven en 18 rapporten. De informatie geeft ons vaak hetzelfde beeld. Er worden stapjes gezet, maar er is nog veel te doen. En ik hoop dan altijd maar dat niet bedoeld wordt: bedenk nog meer regels en principes. Want een rechtstaat kan niet alleen bestaan uit regels en principes. In dit debat moeten we een slag dieper gaan.

Frank van Ommeren van de Raad voor het Openbaar Bestuur schreef onlangs een stuk waarin hij pleit voor stappen naar een 'rechtsstatelijke cultuur'. Hij schrijft: 'Het versterken van ons rechtsstatelijk besef is hard nodig. Van juristen wordt op dit vlak veel verwacht. Zij worden de 'hoeders van de rechtsstaat' genoemd. Maar kunnen dat niet alleen. Voor een rechtsstatelijke cultuur is de hele samenleving nodig.' 

Hij pleit voor nieuwsgierigheid en inlevingsvermogen. Uitgaan van de burger zoals die echt bestaat. Dat is niet alleen goed voor de burger, maar ook voor de overheid. Dat kunnen we alleen als we naar onszelf kijken in de spiegel van de burger.

Voorzitter, 

Hoe gaat dat nou in de praktijk? Een goed doel organiseert ieder jaar een vlooienmarkt. Een buurtbewoner klaagt over drukte met parkeren in zijn straat gedurende de vijf uur dat het evenement duurt. De overheid neemt de klachten serieus. De organisatie moet vervolgens zorgen voor een uitgewerkt parkeerplan, verkeersregelaars, beveiliging, hekwerk, vrijwilligers die deze hekken gaan halen en terugbrengen bij de gemeenten, vaak onder werktijd. Deze organisatie doet dit allemaal. Ze wil geen gedoe. Maar waar is de dienstbaarheid richting deze organisatie gebleven? Mag de overheid nog gewoon een beroep doen op tolerantie vanuit de omgeving? 

Of, je hebt helaas een juridisch geschil en je moet naar de rechter. En eindelijk komt de uitspraak. Eindelijk, want vaak kosten deze processen mensenjaren van stress en onzekerheid. Je ontvangt netjes een brief thuis. Maar wat staat er nou eigenlijk? Veel juridische termen, geen uitleg in begrijpelijk Nederlands. Je voelt je dom en onbegrepen, bovenop alles wat je hiervoor al te verwerken hebt gekregen. Leest de afzender zo’n brief wel met de ogen van de geadresseerde? 

Dan onze geautomatiseerde samenleving. Mensen die moeite hebben met hierin meekomen, schamen zich hier vaak voor. Gelukkig gebeuren er fantastische dingen in de samenleving waarin mensen elkaar helpen om mee te kunnen blijven doen. Maar als ik het nu eens omdraai: moeten we als overheid niet soms nee zeggen tegen een technologische efficiency verhogende innovatie, als deze verschillen tussen mensen vergroot? Moeten we, in het belang van onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor elkaar, niet soms bewust een pas op de plaats maken?

Voorzitter,

Mijn oud-collega Harry van der Molen heeft tweeënhalf jaar geleden een motie ingediend die vroeg 'het recht op zinvol contact met de overheid uit te werken als een beginsel van behoorlijk bestuur'. Het kabinet zegt: 'Als mensen aankloppen bij een loket van een uitvoeringsorganisatie of gemeente waar ze niet geholpen kunnen worden, mag dat er niet toe leiden dat ze aan hun lot worden overgelaten. Naast snelle en betrouwbare digitale overheidsdienstverlening moeten ook andere vormen van contact mogelijk zijn, bijvoorbeeld via een fysiek loket waar men terecht kan bij iemand van vlees en bloed.' Ik lees deze reactie als: 'dit doen we al'. Klopt dat? 

Voorzitter,

Voor veel mensen voelt contact met de overheid of instanties als een uitputtende strijd. Eentje die je vaak vooruitschuift omdat gewoon je dag doorkomen, met alle ballen die je in de lucht moet houden, al zoveel energie kost. We praten hier in Den Haag vaak over het doenvermogen van inwoners. Maar kunnen we niet beter gaan werken aan het inlevingsvermogen van ons als overheid? Voor de CDA-fractie is dat de rode draad in dit debat. Gebrek aan inlevingsvermogen leidt tot knelpunten in de uitvoering: de overheid heeft onvoldoende zicht op de burger en zijn werkelijkheid. Gebrek aan inlevingsvermogen heeft ook te maken met de staat als procespartij. Ook hier houdt de overheid onvoldoende rekening met de werkelijkheid en de gevoelens van de burger.

Voorzitter,

Ondanks goede intenties en stapjes die we zetten in het versterken van de staat van onze rechtstaat, voelen veel inwoners zich verloren. En als mensen zichzelf verliezen en wij elkaar verliezen, is onze rechtstaat verloren. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.