Inbreng debat over het correctief referendum
(alleen het gesproken woord telt)

“Burgers moeten meer te zeggen krijgen over de inrichting van onze samenleving. De meeste mensen willen ook meer te zeggen hebben over belangrijke politieke kwesties.” Dat voert de indiener aan als argument om met dit voorstel te komen. En die visie deelt het CDA. Ook stelt de indiener dat dit moet gebeuren door invoering van een bindend correctief referendum. De bevolking krijgt het recht om de bestuurders terug te fluiten op het moment dat die besluiten nemen die mensen niet willen. Het bindend referendum biedt die mogelijkheid wel. Aldus de indiener. In die aanname van de indiener zit het aspect: “De politiek luistert toch niet en daarom moet er een noodrem komen”. Ik ga daar graag wat dieper op in.

Ja, er is een grote kloof tussen burger en politiek. En die kloof draagt bij aan het gevoel van burgers dat ze zelf keuzes willen kunnen maken. Het heft in eigen hand willen nemen. Daarin delen wij met de indiener de noodzaak om te zoeken naar nieuwe vormen van democratisch bestuur om die kloof te verkleinen. Maar die nieuwe vormen zijn te vaak oude wijn in nieuwe zakken en het referendum is er daar eentje van. Mijn fractie gelooft dat politiek meer is dan alleen stemmen. Een goede beslissing hangt niet af van de optelsom van politieke voorkeuren, ze moet vooraf gevoed worden door de publieke discussie. Politiek is het zoeken naar meerderheden ‘voor’ iets. Politiek gaat over betrokkenheid en draagvlak. Om de ambitie en idealen om ons land beter te maken. Het referendum en het beeld van een noodrem is passend. Met een noodrem zet je een trein stil, maar verander je niet de koers of de richting. 

Het referendum is bij veel mensen populair. Vooral mensen die ontevreden zijn over de politiek en betrokken willen worden bij besluitvorming. En dat begrijp ik. En dus ligt er een taak voor ons als politiek om mensen te stimuleren om mee te beslissen over zaken die hen aan het hart gaan. Vooraf. Zodat wij betere besluiten kunnen nemen die inwoners beter dienen in plaats van slechte besluiten weg moeten stemmen. Is het eigenlijk niet heel slecht dat we na besluitvorming pas tot de conclusie komen dat ergens helemaal geen draagvlak voor is? En ja, dat betrekken bij besluitvorming van inwoners is complex, kost energie, kunnen heftige debatten worden en besluitvorming wellicht vertragen. Maar daar moeten we niet bang voor zijn of voor weglopen.

Wij zijn niet tegen verandering. Integendeel, wij onderschrijven de noodzaak voor politieke vernieuwing. Ons programma doet meerdere voorstellen, die niet de praatpolitiek versterken, maar ruimte maken voor luisterpolitiek. Ik geef twee voorbeelden. Al sinds jaar en dag pleit het CDA voor een regionaal kiesstelsel. Door een deel van deze Kamer regionaal te kiezen, versterken we de band tussen kiezers en gekozene. En neemt u van mij aan: een regionaal Kamerlid leert vanzelf luisteren. Daar zorgen de mensen in zijn of haar regio wel voor. Maar ik noem hier ook het burgerberaad. Een nieuw platform, waarbij we burgers aan de voorkant van een besluit intensief betrekken en naar hun mening vragen. Dat kan landelijk, maar ook lokaal. Het burgerberaad is bij uitstek een middel om vergeten groepen aan het woord te laten en weer een stem te geven. Door de betrokkenheid aan de voorkant te vergroten, wordt de noodzaak om achteraf in te grijpen een stuk kleiner. Politici die burgers vertrouwen. Een overheid die nieuwsgierig is naar de kennis, ervaring, zorgen en behoeften van haar inwoners, en hen om hulp durft te vragen. Dat is pas een nieuwe bestuurscultuur. Laat ze meebeslissen in plaats van iets tegenhouden. Collega Mulder heeft hier in het verleden een motie voor ingediend om burgers via een burgerberaad beter te betrekken bij het klimaatbeleid. Hier is een uitgebreide rapportage over opgeleverd in maart 2021 en onze ambitie is om dit instrument echt verder te brengen. Graag een reflectie hierop van de minister. Ziet zij dit ook? En zo ja, hoe wil ze dit handen en voeten gaan geven.

Na mijn inleiding over wat het CDA zou willen in een idealere wereld waar we wat ons betreft samen aan gaan werken, onze reflectie over de inhoud van het voorstel zelf. Het correctief referendum zoals het hier voorligt, is fors afgebakend in een aantal onderwerpen die niet kunnen worden meegenomen. Dat is wat ons betreft terecht. Ook is via een amendement een uitkomstdrempel ingevoerd, namelijk een meerderheid (de helft +1) van het aantal bij de meest recent gehouden Tweede Kamerverkiezingen uitgebrachte stemmen, in de Grondwet vastgelegd. Dat past wat ons betreft ook bij het uitgangspunt dat het bindend correctief referendum als een aanvulling op de representatieve democratie functioneert. Het instrument zal niet lichtvaardig worden ingezet, toepassing ervan behoort een uitzondering te zijn. Het referendum mag dan ook geen inbreuk maken op het representatieve stelsel.

Dit voorstel is dus een noodrem, met het risico van een handrem die alles op slot zet. Daarom hebben wij nog de volgende vragen voor de indiener:

  1. Op welke manier waarborgt het voorstel een voldoende representatie van de verschillende groepen in de samenleving? De uitkomstdrempel helpt hier in onze ogen bij, maar graag horen we de visie van de indiener hierop.
  2. Ziet de indiener het risico van een vetocratie, waar het gemakkelijker is om meerderheden ‘tegen iets’ te vinden dan een coalitie ‘voor iets’?
  3. Hoe voorkomen we dat complexe politieke vraagstukken behandeld worden als een simplistisch vraagstuk waarbij een ja of nee recht doet? In een wereld waarin verspreiden van desinformatie aan orde van de dag is. Ook graag hierop een reflectie van de indiener.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.