Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de minister van Financiën en de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst over het 'Eindrapport onderzoek regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen' (1).

  1. Wat is uw reactie op de conclusie van het rapport is dat kleine vrijwilligersorganisaties 20-30 wettelijke verplichtingen hebben en grote vrijwilligersorganisaties meer dan 100? Vindt u dit veel of weinig?
  2. Wat is uw reactie op de conclusie dat niet altijd de verplichting op zich, maar de complexiteit erachter regeldruk veroorzaakt? En welke stappen neemt u om deze complexiteit te verminderen?
  3. Deelt u de mening dat de regeldruk voor vrijwilligersorganisaties flink kan worden verminderd als een betere politieke afweging plaatsvindt over het doel van een verplichting en de maatschappelijke bijdrage van vrijwilligersorganisaties? Zo ja, hoe gaat u die balans weer terugbrengen? Zo nee, waarom niet?
  4. Wat vindt u van de aanbeveling uit het rapport om te onderzoeken of met name kleine vrijwilligersorganisaties kunnen worden uitgezonderd van wettelijke verplichtingen als de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) of Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)?
  5. Wilt u voor elk van de tien meest genoemde wettelijke verplichtingen apart ingaan op het belemmerende karakter voor vrijwilligersorganisaties en de aanbevelingen van het rapport per verplichting? 
  6. Wilt u voor de bij vraag 5 genoemde wettelijke verplichtingen aangeven wat u gaat doen om belemmeringen weg te nemen en binnen welke termijn? 
  7. Waarom verschuilt u zich in uw eerste reactie achter Europese wet- en regelgeving die moeilijk te veranderen zou zijn, terwijl Nederland als lidstaat van de Europese Unie voorstellen kan doen ter vermindering van de regeldruk op EU-niveau? Deelt u de mening dat dit niet getuigt van politieke moed en empathie richting vrijwilligersorganisaties?
  8. Bent u bereid om in de EU voorstellen te doen om alle bestaande regelgeving met impact op vrijwilligersorganisaties beter te laten aansluiten bij de leefwereld van vrijwilligers en verenigingen in Nederland? 
  9. Bent u bereid om in de EU bij nieuwe regelgeving altijd het belang van vrijwilligersorganisaties naar voren te brengen en te vechten tegen toenemende regeldruk voor het cement van onze samenleving?
  10. Bent u bereid om alle aanbevelingen uit het rapport onverkort over te nemen? Zo nee, wilt u per aanbeveling onderbouwen waarom u deze niet overneemt?
  11. Hoe is de verantwoordelijkheid voor al het beleid dat vrijwilligersorganisaties raakt precies verdeeld tussen de departementen? Welk departement is beleidsverantwoordelijk voor welke regelgeving? Welk departement voert de regie hierover? 
  12. Wilt u er naar aanleiding van dit rapport voor zorgen dat alle departementen rapporteren aan de regievoerende bewindspersoon over de stappen die zij nemen om de regeldruk voor vrijwilligersorganisaties te verminderen en de Tweede Kamer hierover periodiek informeren?

(1) https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2023Z11211&did=2023D26806 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.