
12 november 2025
26 november 2025 1 minuten lezen
CDA Kamerlid Etkin Armut benadrukt in haar maidenspeech het belang van duidelijke leerdoelen en een sterke, toegankelijke basis voor alle leerlingen.

Op 26 november debatteert de Kamer over de herziening van de kerndoelen voor het primair onderwijs. Het CDA pleit voor onderwijs dat focust op een sterke basis, met taal, lezen, rekenen, digitale vaardigheden en burgerschap als kern.
Onderwijs is meer dan alleen kennisoverdracht. Het is een gemeenschap.
Etkin Armut
In haar maidenspeech vraagt Etkin Armut aan de staatssecretaris hoe hij gaat waarborgen dat de vernieuwde kerndoelen voldoende richting bieden zonder te veel dichtgetimmerd te worden.
Voorzitter, het is een grote eer om hier als Tweede Kamerlid te mogen staan. En dat ik mijn eerste toespraak in de plenaire zaal bij een onderwijsdebat met focus op lezen, schrijven en rekenen mag doen maakt het voor mij extra bijzonder.
Onderwijs vormt een rode draad door mijn leven. Ik begon jaren geleden op het vmbo, ging via het mbo en hbo naar de universiteit. Daarnaast stond ik vorig jaar zelf een periode voor de klas op een vmbo-school in Groningen. Ik heb ervaren wat voor verschil een leraar kan maken. Dag in dag uit zetten zij zich uit liefde voor de leerlingen in en begeleiden zij ze tot zelfstandige, nieuwsgierige kinderen die hun talenten ontdekken en tot bloei komen.
Tot wat voor mens je opgroeit, wordt voor een groot deel in je jeugd bepaald. Waar je wieg staat, wie je ouders zijn, hoe breed je het thuis hebt. Het heeft allemaal invloed. Het leven van mijn ouders laat zien hoe bepalend geboortegrond kan zijn. Hoe het deuren opent, of juist sluit. Zij groeiden op in een wereld die in niets leek op de mijne. In een omgeving waar naar school gaan niet vanzelfsprekend was, hoe graag je ook wilde leren.
De verhalen van mijn ouders maakten mij al op jonge leeftijd duidelijk dat het geen vanzelfsprekendheid is dat je naar school mag en dat je uiteindelijk kan studeren. Omdat hijzelf die kans niet had gekregen, beloofde mijn vader mij al heel vroeg dat hij me nooit een boek zou weigeren. Hij zei dan: een boek is een schatkist. Dat liet ik me geen twee keer vertellen. Tot lichte wanhoop van mijn moeder, want boeken waren ook toen niet goedkoop. Carry Slee, Jacques Vriens, Roald Dahl, Annie M.G. Schmidt, Francine Oomen, Paul van Loon. Ik verslond zoveel kinderboeken als ik kon. Uit goed fatsoen wisselde ik de boekwinkel af met de bibliotheek.
Boeken brengen je in andere werelden. Je voelt geluk, pijn, verdriet, blijdschap, ergernis of hoop. Elke keer door de ogen van een ander. En terwijl je je waant in een wereld die niet de jouwe is, leer je nieuwe woorden, word je creatiever, begrijp je emoties beter en verbreed je je kennis.
Voorzitter, we mogen ons in Nederland gelukkig prijzen met het onderwijs dat wij hebben. Als CDA’ers geloven we dat scholen geen fabrieken zijn, die mensen moeten afleveren die zich vervolgens moeten inzetten om zoveel mogelijk economisch rendement te behalen. Het is een gemeenschap. Een plaats waar vriendschappen ontstaan, waar je leert omgaan met verschil. Waar je in de klas zit met kinderen uit andere bubbels. Daar begint de samenleving. Het christendemocratisch gedachtengoed ziet het onderwijs als meer dan alleen kennisoverdracht.
Je school is een van de plekken waar je een groot deel van je tijd doorbrengt. Het is daarom een belangrijke plek waar je leert dat onze democratie niet vanzelfsprekend is. Dat het van ons allemaal vraagt dat we haar versterken. Voor ons is het daarom logisch dat er ook in het onderwijs aandacht is voor burgerschapsvorming. Dat leerlingen weten hoe onze democratie werkt, welke rechten en plichten zij hebben, hoe je vreedzaam omgaat met meningsverschillen.
Voorzitter, als CDA’ers hechten wij sterk aan het principe van gespreide verantwoordelijkheid. Steeds vaker zien we dat het onderwijs wordt gezien als vindplaats én oplossing voor allerlei sociale problemen. Die valkuil leidt ertoe dat scholen steeds meer maatschappelijke taken op hun bord krijgen, waardoor lezen, rekenen en schrijven onder druk komen te staan.
De ontwikkeling van kinderen is geen taak van één partij, maar een gezamenlijke opdracht van ouders, scholen en de overheid. Ouders spelen een centrale rol in de opvoeding. De overheid schept de randvoorwaarden die nodig zijn om ieder kind eerlijke kansen te bieden. Scholen en leraren zorgen voor goed onderwijs. Een gemeenschap ontstaat immers niet door sturing van bovenaf, maar groeit van onderop: in gezinnen, op scholen, in verenigingen en in buurten.
Of je kunt lezen, schrijven en rekenen heeft een grote invloed op de rest van je leven. Het zijn de basisvaardigheden die maken dat je mee kunt doen, dat je kansen krijgt, dat ongelijkheid kleiner wordt. Het zijn vaardigheden die je vrijheid geven. En dat het nooit te laat is om te leren, bewezen ook mijn ouders. Zonder diploma’s maakten ze er van begin af aan het beste van. Hard werken doen ze nog steeds. Mijn moeder bij een kwekerij en mijn vader als beveiliger in de Eemshaven. Afgelopen zomer nog behaalde hij zijn mbo-diploma. Ik ben trots dat ze er vandaag bij kunnen zijn. Dat brengt mij bij de behandeling van deze wijziging van de wet.
Voorzitter, dit wetsvoorstel legt de juridische basis die nodig is om nieuwe kerndoelen te kunnen vastleggen. Zonder een wetswijziging kunnen er geen concretere kerndoelen worden vastgesteld. Mijn fractie maakt zich zorgen over het niveau van rekenen, lezen en schrijven van leerlingen. Ook de Raad van State en de Onderwijsraad zijn helder. Deze lage taal- en rekenvaardigheden vinden hun oorsprong niet alleen in, maar ook buiten het onderwijs.
Hoewel de staatssecretaris erkent dat dit het geval is, blijft mijn fractie zoekende naar concrete maatregelen om tot een integrale aanpak hiervan te komen. Daarom vraagt het CDA de staatssecretaris: welke aanvullende, gerichte maatregelen ziet hij om achterstanden die al voor groep 1 ontstaan te voorkomen en te verkleinen, zodat kinderen een gelijke start kunnen maken op de basisschool? Het CDA ziet bijvoorbeeld kansen in het aanbieden van voor- en vroegschoolse programma’s aan kinderen van twee en drie jaar die dat voor hun ontwikkeling nodig hebben. Ziet de staatssecretaris dat als een van de gerichte maatregelen?
De staatssecretaris zet helder uiteen waarom de behoefte tot herziening groot is. Eerder waren kerndoelen zeer globaal geformuleerd, wat sommige schoolleiders en leraren te weinig houvast bood. Het zou onduidelijk zijn geworden wat verplicht is en wat niet, met als mogelijk gevolg dat leraren zich overladen voelen. Het is van groot belang dat er een balans wordt gevonden tussen dat gebrek aan houvast en dichtgetimmerde kerndoelen. Daarom de vraag aan de staatssecretaris hoe hij waarborgt dat kerndoelen niet het effect hebben dat ze het vakmanschap van leraren beperken doordat zij in een keurslijf terechtkomen?
Het CDA vindt het positief dat de regering voornemens is lezen, rekenen en schrijven naar een hoger niveau te tillen. Zoals we al eerder hebben benadrukt doen we dit niet alleen met de herziening van kerndoelen. Het vraagt een brede aanpak. Wel lijkt het ons essentieel om te kijken of deze bouwsteen daadwerkelijk bijdraagt aan dat wat we als doel stellen. Kan de staatssecretaris aangeven of en zo ja, hoe hij voornemens is om te evalueren of de nieuwe kerndoelen daadwerkelijk leiden tot een beter lees- en rekenniveau? Hoe voorkomt hij dat dit verzandt in een papieren tijger zonder gewenst effect in de klas?
Nu burgerschap expliciet onderdeel wordt van de kerndoelen, betekent dat ook dat de onderwijsinspectie hierop moet gaan toezien. Kan de staatssecretaris toelichten hoe dit concreet vorm gaat krijgen? Het lijkt het CDA niet altijd makkelijk meetbaar te maken. Heeft de inspectie voldoende mogelijkheden om hier adequaat toezicht op te kunnen houden?
Ook lees ik in de nota naar aanleiding van het verslag dat er de komende jaren een grootschalig onderzoek plaatsvindt naar effectieve werkwijzen en monitoringstrategieën binnen het burgerschapsonderwijs. De eindresultaten worden naar verwachting in 2029 gepubliceerd. Wat kunnen wij precies verwachten bij een “grootschalig onderzoek”? Kan de staatsecretaris dit toelichten.
Voorzitter, tot slot, ik kijk ernaar uit met deze commissie aan de slag te gaan voor goed onderwijs. Ik kijk uit naar de debatten die we op inhoud zullen voeren en de stappen die we samen kunnen zetten.

12 november 2025

08 april 2025

01 november 2023