26 maart 2021

Marcel Derijckere over beleidskader Cultuur, Sport & Vrije Tijd

Ervoor zorgen dat Brabant een provincie is waar iets te beleven valt, waar mensen dankzij cultuur uitgedaagd worden om anders te denken en nieuwe werelden te leren kennen, waar talent in de cultuur en de sport de weg naar de top weet te vinden en waar toeristen van heinde en verre van zeggen: daar moet ik heen. Kort gezegd zijn dit de missies waar dit beleidskader Cultuur, Sport & Vrije Tijd volgens het CDA voor zou moeten staan.

Dit nieuwe beleidskader komt op een cruciaal moment. Na jaren van flinke incidentele investeringen dankzij de Essentgelden komen we namelijk voor lastige keuzes te staan. De weelde van de Essenttijd ligt definitief achter ons. We worden steeds meer een ‘normale’ provincie waar beleidskeuzes ook een kwestie zijn van het verdelen van schaarse middelen. In de huidige beleidsperiode lopen incidentele investeringen zoals Brabant C, een deel van de Impulsgelden, de Philharmonie en sport af. Investeringen die we konden doen dankzij de verkoop van Essent en waarvan we toen zeiden: een tijdelijke impuls voor structuurversterking.

Investeringen

In de loop van de afgelopen jaren zijn we deze flinke investeringen echter normaal gaan vinden. We zijn er gewoonweg aan gewend geraakt. Daardoor doet het des te meer pijn om nu keuzes te moeten maken en bepaalde zaken te moeten stoppen of af te bouwen. Want eigenlijk – en dat proef ik breder in onze Staten – vinden we dat investeringen zoals bijvoorbeeld de Impulsgelden structureel nodig zijn. Ik kom hier later nog op terug.

Dat vergt dus van onze Staten om de juiste keuzes te maken. Om kritisch te zijn op het functioneren van de eigen heilige huisjes, om soms pijn te durven leiden om de financiële middelen die we hebben zo effectief mogelijk in te zetten. En in het huidige versnipperende politieke landschap betekent dat soms ook dat je een compromis moet sluiten. In dat kader staan we als CDA ook voor de afbouw van de middelen voor Sterk Brabant. Een pijnlijke keuze die we liever niet hadden genomen. In dat kader vinden we het ook van groot belang om in de Perspectiefnota te uitwerking te zien van onze aangenomen motie om de samenlevingsthema’s in alle provinciale opgaves terug te laten komen.

Het is echter ook een keuze die ons in staat stelt om te kiezen voor een langjarig stevig beleid voor cultuur, sport en vrije tijd. Om juist op die belangrijke thema’s die komende jaren een sterkte en betrouwbare investeringspartner te zijn. Het voorliggende beleidskader doet een uitstekende voorzet om juist dat te doen.

Al in de eerdere themavergaderingen hebben we als CDA aangegeven wat we belangrijk vinden om terug te zien in het nieuwe cultuur, sport en vrijetijdsbeleids:

  1. De successen van het sportbeleid voorzetten

Het sportbeleid van de provincie is wat het CDA betreft al jaren succesvol. Dankzij een speciale inzet op inclusief sporten, talentontwikkeling (BrabantSport) en topsportevenementen (Vuelta, WK Handboogschieten) vervult de provincie een belangrijke rol tussen gemeenten en Rijksoverheid. We zien dat het College in haar beleidskader precies deze juiste keuze heeft gemaakt.

  1. Fondsen van de samenleving maken

Het Brabants Sportfonds is een uitstekend voorbeeld van hoe we het als CDA graag zien. We willen ons inzetten om de verschillende fondsen zoveel mogelijk van de samenleving, in plaats van enkel de provincie, te maken. Dat betekent dat we de deur open zetten voor private gelden. Zo vergroten we de te verdelen koek en maken we samen meer impact. Zoals gezegd is het Sportfonds een prachtig mooi succes waar het College complimenten voor verdient. In het lange termijnkader zouden we graag bekijken of een soortgelijke werkwijze ook kan worden toegepast op de cultuurfondsen.

  1. Brabantstad matching moet beter

De matching van middelen voor de professionele kunsten van de Brabantse steden, Provincie en Rijksoverheid moet stukken beter. Het College heeft hier in gehandeld en een evaluatie toegezegd.

  1. Kiezen voor Brabant als toeristische topregio

De kansen voor Brabant als toeristische topregio zijn groot. Met de Efteling, Beekse Bergen, Van Gogh, onze natuur en steden hebben we een aanbod van wereldklasse. Zet wat het CDA betreft in op de (economische) kansen die dat biedt. Met de focus op het opkomende slow travel, gericht op kwaliteit en niet op veel en snel. Ook deze keuze zien we terug in het voorliggende beleidskader.

  1. Voor het Cultuurbeleid: minder uitvoeringskosten, meer directe ondersteuning

Ruim de helft van de cultuurmiddelen van de provincie gaat op aan kosten bij uitvoeringsorganisaties. Ruim 10 miljoen euro. Daarom maken we in het nieuwe cultuurbeleid wat het CDA betreft de radicale keuze voor minder uitvoeringskosten en meer directe ondersteuning. De grootste opgave, zegt ook de culturele sector, is het maken van goede ‘traptreden’ die groei mogelijk maken van de amateurkunst en cultuureducatie tot de top. We hopen dit onderwerp met de Staten te bespreken in het beleidskader 2023-2030 dat nog volgt.

En dan ten slotte:

Er is de afgelopen maanden veel te doen geweest over de Impulsgelden. Incidentele middelen vielen weg juist op het moment dat de cultuursector door de coronacrisis elke hulp kan gebruiken. We moeten voorkomen dat de sector na corona niet door kan starten door een gebrek aan financiering. Om die reden komen we als CDA-fractie, samen met Lokaal Brabant en 50Plus, met een motie. We stellen voor om de Impulsgeldenregeling in 2021 en 2022 tot maximaal 2,4 miljoen aan te vullen als dat nodig is om alle kwalitatief goede aanvragers te honoreren. We hopen op brede steun vanuit de Staten om de cultuursector met een beter toekomstperspectief de lente te laten ingaan.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.