24 september 2013

Duurzaamheid

Visie en uitvoeringskader Duurzaamheid

We kunnen ons de vraag stellen hoe duurzaam het woord ‘duurzaamheid’ is. Zo’n 20 jaar geleden werd het gebruik van fosfaten in wasmiddelen verboden. In de aanloop daarnaar toe maakten fabrikanten daar gebruik van door in commercials en op verpakkingen prominent ‘fosfaatvrij’ te vermelden. Daarmee gebruikten ze een milieuvraagstuk voor commercieel succes, zonder erbij te vertellen dat de vervangers van de fosfaten ook niet echt milieuvriendelijk waren. Het ging niet om de ideeële gedachte van een beter milieu maar om commerciële motieven. Dat is met duurzaamheid ook een beetje het geval. Te pas en te onpas wordt geroepen dat iets duurzaam is, maar af en toe kan je daar wel twijfels bij plaatsen en is de ideeële gedachte ver te zoeken.Toch zijn we blij dat duurzaamheid bij veel mensen op de agenda staat en dat velen beseffen dat we na moeten denken over de toekomst van onze consumptiemaatschappij. De overheid kan daar een rol bij spelen door dat bewustwordingsproces te stimuleren, door te communiceren dat het gebruik van fossiele brandstoffen eindig is.

Ook als gemeente moeten we iets doen aan duurzaamheid en dat moet niet bij ‘erover praten’ blijven, of we nu willen of niet, die keuze hebben we niet. Nu zijn visies en standpunten altijd onderhevig aan ontwikkelingen in de tijd. Met de kennis van nu, u kent het wel. Wanneer we het in deze raad over duurzaamheid hadden, ging de discussie vooral over windmolens. Voor- en tegenstanders in het veld rolden over elkaar heen  en in de raad was het enthousiasme ook niet groot. Op zich niet vreemd want zonder draagvlak is het niet verstandig er zomaar iets door te drukken. Toch moeten we als gemeenteraad dealen met de feiten die er liggen. De CDA fractie heeft daarom een half jaar geleden een visie naar buiten gebracht over windenergie rekening houdend met de feiten die bekend waren.

Maar eerst een opmerking over het voorstel zelf en de waarschuwing die erin staat. Bij de risico’s staat dat wanneer de visie of het uitvoeringskader worden gewijzigd op onderdelen, zowel de visie als het uitvoeringskader niet uitvoerbaar zijn. Niet erg motiverend om hier serieus naar te kijken. Een paar opmerkingen die het CDA wil maken:

De visie lijkt een knip- en plakdocument, van eerdere voorstellen, discussies en bijeenkomsten. Er zit wel visie in maar het is meer een verslag van wat er tot nog toe is gebeurd en concrete initiatieven worden met naam en toenaam genoemd. Dat hoort in het uitvoeringskader en niet in de visie. De duurzaamheidsvisie moet wat ons betreft een bondig document worden met daarin duidelijk de doelstelling van de gemeente en hoe we dat willen bereiken. Zodra die visie is vastgesteld, volgt het uitvoeringskader. Dat die beide onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn zoals in het voorstel staat, klopt, maar dan wel in de juiste volgorde en die onlosmakelijkheid is pas aan de orde zodra beide zijn vastgesteld en dat hoeft niet tegelijk. Wij vinden dat we eerst een visie vast moeten stellen en aan de hand daarvan volgt een uitvoeringskader. In het uitvoeringskader kunnen we dan ook rekening houden met de afhandeling van bezwaren tegen de omgevingsvisie van de provincie, de plannen van CZ Rouveen met een vergister, enz. De vraag is of dat uitvoeringskader door raad vastgesteld moeten worden of dat het college dat zelfstandig kan doen aan de hand van de visie.

Wat willen of moeten we bereiken:

Gemeentelijk beleid: in 2018 20% van de energiebehoefte in Staphorst duurzaam opwekken en CO2 neutraal op het niveau van alle huishoudens. Daarvoor zijn een aantal componenten nodig: energiebesparing, biovergisting, zonnepanelen en windenergie. Door goede isolatie kan zomaar 20% energie bespaard worden, bijvoorbeeld op dit gemeentehuis. Over zonnepanelen is nauwelijks nog discussie, die zijn inmiddels ook zonder subsidie rendabel. Met biovergisting op zich heeft onze fractie geen probleem zolang er maar geen gewassen en voedingsmiddelen in gaan (staat ook in de visie). Ook moet goed gekeken worden naar de locatie en de eventuele risico’s die het proces met zich meebrengt. De meest belangrijke van deze is toch wel energiebesparing. Los van de CO2 reductie, beperken we daarmee het gebruik van fossiele brandstoffen. Overigens is er ook volop discussie over de CO2 uitstoot, zie de Stentor van afgelopen zaterdag. Maar alle getallen en waarden over duurzame energie zijn aan discussie onderhevig. Wij moeten echter niet uitsluitend kijken naar die getallen waaraan we moeten of willen voldoen, maar vooral nadenken over andere vormen van energie. De vraag is de afgelopen 20 jaar verdubbeld en om aan die grote vraag te voldoen, hebben we alternatieven nodig.

Zoals gezegd, het CDA heeft een visie over windmolens in onze gemeente gepubliceerd. Daarin hebben wij aangegeven niet per definitie tegen een kleine uitbreiding in onze gemeente te zijn, maar het honoreren van de aanvragen die er liggen is teveel en niet wenselijk. Ook vinden wij en dat windmolens langzamerhand zonder subsidie moeten kunnen draaien. Maar we hebben te maken met feiten die wij niet kunnen veranderen. Feit is dat die subsidie nog steeds bestaat, feit is dat kabinet en provincie eerder meer dan minder inzet op windenergie. Feit is ook dat er weinig of geen draagvlak is in de buurt. Dat wil niet zeggen dat we verder niets moeten doen, maar we moeten er wel rekening mee houden. Om draagvlak te creëren moeten we ervoor zorgen dat de opbrengst op de één of andere manier ten goede komt aan de gemeenschap. Dat kan via een coöperatiefonds, er zijn al voorbeelden waar dit gerealiseerd is. Het is de moeite waard dit te onderzoeken . Verder vinden wij dat goed gekeken moet worden naar de locatie. In de visie staat dat de gemeente het onwenselijk vindt dat windmolens dichtbij de rand van een natuurgebied ontwikkeld worden. Het CDA heeft hier echter geen moeite mee en wil die regel uit de visie halen. Er is wat ons betreft niets op tegen windmolens bijvoorbeeld aan de bosrand of langs de snelweg te situeren. De overlast zal daardoor veel minder zijn. Belangrijk is dat we als gemeente zelf de regie houden. Dat we als gemeente een locatie aanwijzen voordat anderen voor ons beslissen, zoals de provincie in Ommen heeft gedaan. Die mogelijkheid is nog steeds reëel zolang Overijssel nog geen 85,5 Mw heeft ingevuld.

Voor het uitvoeringsprogramma wordt 320 duizend euro gevraagd. Dat is voor een belangrijk deel nodig voor de bemensing van het energieloket. Maar de bemensing van dat loket is toch t/m 2015 financieel ingevuld? Wij voelen er niets voor om nu opnieuw budget vrij te maken voor dit loket.  Wij denken dat een digitaal loket op de gemeentelijke website voldoende is waarbij vragen die overblijven doorgestuurd worden naar de provincie. In de praktijk gebeurt dat nu ook met vragen aan het energieloket in het gemeentehuis. De gemeente moet zich vooral richten op voorlichting.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.