B 145 Bild-F074398-0021
19 juni 2017

Geen schot viel. De erfenis van Helmut Kohl

Het overlijden van Helmut Kohl betekent het einde van een tijdperk. Voor Duitsland, voor Europa en, ja, ook voor Nederland. Kohl was met Jacques Delors de laatste van de grote staatslieden van het West-Europa van voor de val van de Muur en dat symbool en instrument van tirannie en onvrijheid was zonder Kohl niet gevallen. Dit alleen al maakt hem ook voor ons land, het Praesidium Libertatis immers, een man van historische betekenis.

Om Helmut Kohl te leren begrijpen moet je heel verschillende aspecten van zijn persoon, leven en werk zien. Hij was een smulpaap, maar ook een diep tragisch mens. Hij was vaak een zeer doortastend leider, maar binnenslands berucht om het uitzitten van problemen tot ze zich vanzelf wel zouden oplossen. Hij had een fijne neus voor talent – denk aan Schäuble, von Weizsäcker of Biedenkopf – maar verknoeide volstrekt zijn eigen opvolging als CDU-voorzitter en bondskanselier. Kortom, een intens boeiende man, met finesse én grofheid, met grote intellectuele gaven én grote kleinzerigheidjes die niet wars was van zelfbeklag, ondanks alle grootsheid die ook in hem stak.

Een jonge wilde

Kohl was een kind van 1930. Zijn ouderlijk huis was vroom katholiek en daarom anti-Nazi, diep getekend door de dood van oudste zoon Walter aan het front in Normandië. De vlucht en onderduik bij boerenfamilies in Beieren eind 1944, begin 1945 veranderden het leven van de schooljongen Helmut. Hij merkte toen ineens dat hij met zijn rijzige gestalte en extraverte natuur in crises een leidersfiguur bleek en werd door de oorlogsgruwelen die hij onderweg beleefde nadien een vurig pacifist en vechter voor verzoening in één Europa.

Ook niet zo bekend, maar cruciaal waren zijn belevenissen als een van de ‘Junge Wilde’ van de CDU. Hij leidde de opstand tegen de oude partijhap, die de Adenauer-tijd zag als een soort bedaagde voortzetting van de Keizertijd en Weimar Republik. Een serie coups leidde Kohl als twintiger en dertiger tegen de bonzen, de fractie en de minister-president van Rheinland Pfalz, dat toen als de achterlijkste bondsstaat van de Bondsrepubliek gold. De progressieve Duitse media vierden deze jonge ‘Schwarze Riese’ in die jaren uitbundig. Kohl werd in enkele jaren een nationale figuur, nota bene een soort representant van de generatie van ‘1968’.

Later was hij zelf natuurlijk net zo’n patriarch en ‘Überbonze’, maar Kohl hield altijd een zwak voor jongeren in wie hij zichzelf van destijds stiekem herkende. Slim, stronteigenwijs, doortastend, nooit te beroerd om “Nein!” of “So nicht!” te zeggen. Dat bèta-meisje met die bloempot-coupe uit de DDR, dat was er zo eentje, warempel. Zij werd tot verbijstering van vele carrièremannen binnen de CDU ‘das Mädchen’ van de Kanzler, die zo graag een dochter had gehad. “Hij heeft ook mijn leven beslissend veranderd,” zei Angela Merkel vrijdagavond 16 juni in alle eenvoud en daar was alles mee gezegd.

Geloof en tragiek

Kohl was een gelovig mens, van huis uit en getekend door de oorlogsjaren en de heidense Nazi-tirannie. Op zijn manier was hij dat. De clerus was onthutst dat hij als jong premier in Mainz de confessionele scholen in de dorpjes dwong tot fusies en kwaliteitseisen vanuit het ministerie. Hij leek wel “ein Kommunist!” Hij trouwde als roomse jongen gewoon met de lutherse Hannelore, die gevlucht was uit Leipzig voor het Rode Leger en als mooi blond meisje onderweg vreselijk geleden had. Die onafhankelijkheid van geest bleef, evenals dat geloof. Zijn held was paus Woytila, de Pool met wie hij verzoening en bevrijding in Europa zou realiseren. Maar zelfs deze icoon moest zich niet al te veel willen bemoeien met de ethische vragen die Duitsland, ook vanwege die beladen, moeizame historie, moest zien op te lossen.

Wat hier hielp, was het feit dat Helmut Kohl een historicus was, gepromoveerd zelfs, boeken verslond en met alle grote geesten van zijn tijd het gesprek zocht. Met Golo Mann, de geschiedkundige, ook al weer geniale zoon van Thomas Mann. Met I.M. Pei, de Chinese architect die hij in Berlijn het Museum van de Duitse Geschiedenis liet bouwen. Met Ernst Jünger, de omstreden literator die door zijn vriend Francois Mittérand zo bewonderd werd en die hij samen met de Franse president opzocht.

Wat nog meer hielp, was dat zijn Hannelore een begaafde rouw was, berooid na haar vlucht uit de DDR, die door haar studie als tolk-vertaalster hem een heel eigen blik gaf op de cultuur en taal van Frankrijk en de Angelsaksische wereld. Het was geen toeval, dat een reeks presidenten van Amerika, Frankrijk en andere staatshoofden en First Ladies kapot waren toen in 2002 bekend werd dat de doodzieke Hannelore Kohl zelfmoord had gepleegd.

Dit raakt de tragiek van de mens Kohl. Ja, hij genoot van het leven. Als jongen uit die heerlijke Pfalz – ‘die Toskana des Nordens’- kon hij smullen van kunst, keuken en wijngaarden. Tegelijkertijd was hij geen zondagskind. Hij verloor als kind zijn oudere broer, zijn huis, later al zijn eretitels na het partijgiften schandaal, zijn vrouw en de laatste jaren het contact met zijn beide zoons die met zijn tweede vrouw in diepe onmin raakten. Door een ongeluk in huis zat Kohl sinds 2008 gekluisterd aan een rolstoel en kon bijna niet meer praten. Zijn geest bleef wakker, maar deze leidersfiguur en liefhebber van vurig debat en kleurrijk verhalen vertellen kon nauwelijks nog spreken. De reus van bijna twee meter lang verschrompelde en vereenzaamde.

Gulzig strijder

“Was bleibt?” Die pregnante vraag uit de Duitse letterkunde stellen we nu ook, terwijl we met empathie en respect buigen voor de baar van Helmut Kohl. Allereerst, vreemd wellicht voor Hollanders, ‘Lebensfreude’. Hij hield van de politiek, het debat, de strijd, het knokken met ‘die Sozen’, de rooien, het uithalen naar ‘die onbetrouwbare gelen’ en ‘die zotte groenen’. Hij hield van Europa, van de ontmoeting en uitwisseling van gedachten en culturen, ook met zo’n briljante, linkse ‘Schöngeist’ als Mittérand. Ze vochten met elkaar, maar trokken dan altijd weer één lijn voor hun ideaal van een vreedzaam en voorspoedig continent. De Franse televisie liet de avond van de dood van Kohl een opname zien van tijdens de rouwdienst in de Notre Dame in Parijs voor de socialistische president. De tranen schreiende reus Kohl was een indrukwekkende aanblik.

Kohl leefde en streed gretig, gulzig. Dat kon je zien. Zijn jaarlijkse ‘Fastenkur’ was bitter en nodig en hij kreeg er wel 15 tot 20 kilo af. Helpen deed het niet erg. Zo was Hillary Clinton vaak boos, dat Kohl op bezoek in Washington haar Bill ’s avonds na 11 uur meenam om nog even lekker door te zakken in zijn favoriete tentje, Filomena aan de oever van de Potomac, onderaan de brug die langs het Watergate-complex naar het Witte Huis voerde. Daar discussieerden zij tot zo’n half 2 bij een grote pan spaghetti carbonara, Kohl lievelingspasta, en een paar mooie Rieslings uit de Pfalz. Bill werd zo ook niet echt slanker.

Een brave revolutie

Wat zonder twijfel ‘blijft’, is de hereniging van Duitsland. Die heeft Kohl een staatsman gemaakt zoals niemand in Europa na Churchill en De Gaulle. Maar ik meen nog meer wellicht vanwege de zachte kanten daarvan, om wat in het Duits zo mooi ‘die leise Töne’ heet. De val van de Muur, de golf onder de mensen in de DDR naar “Wir Sind Das Volk”, de deal met Gorbatjsov - die in de DDR een heel leger had klaar staan met atoomwapens – dat maakt Kohl zeker uniek. Maar volstrekt ‘einmalig’ was dat er niets gebeurde. Geen schot viel. Geen coup werd gepleegd door de KGB en Stasi. Kohls revolutie was een brave, een burgerlijke. Geen stoere, geen lawaaierige machtsgreep, integendeel. 

Hij begon direct na de val van de Berlijnse Muur in november 1989 met een plan om de twee Duitse staten in 15 tot 20 jaar naar elkaar te laten toegroeien binnen een “Konföderation.” Dat bleek een flop toen hij al in december in Dresden zou optreden en honderdduizenden DDR-burgers hem toezongen en scandeerden “Wir sind éin Volk! Kohl begreep dat hij de mensenmassa’s moest leiden in plaats van hen te proberen bij te houden en de mensen vooral richting moest geven naar vaste en vreedzame grond onder de voeten. In kleine kring haalde hij Bismarck aan, die in 1871 had gezegd: ”Je moet de mantelzoom van de geschiedenis zien te pakken als zij ineens voorbij komt.”

10 maanden later was Duitsland herenigd, was zijn CDU de grootste partij bij de eerste vrije verkiezingen in de DDR. En er had vooral geen bloed gevloeid en ook elders in Oost-Europa was de transitie geslaagd. Dit wonder van het onspectaculaire blijft Kohls historische verdienste, met Bush en Gorbatsjov, een vredeswerk dat deze drie uniek maakt. Die combinatie van daadkracht met ‘no drama’ is zonder twijfel wat Angela Merkel van hem afkeek en haar in onze tijd tot zo’n unieke leidersfiguur maakt.

Lastige Hollanders

Met ons in Nederland had Helmut Kohl het zelden makkelijk. Een tv-optreden en debat met jongeren werd gekaapt door linkse gekkies die hem als een soort foute fascist bestempelden. Diep beledigd kwam hij daarna nooit meer voor zoiets. Ruud Lubbers had meer met Thatcher dan met de Duitse collega en partijgenoot en volgde haar tegen de hereniging tot president Bush ook de Nederlandse regering terugfloot. 

Maar Kohl kende ook CDA’ers die hij zeer waardeerde. Partijvoorzitter Wim van Velzen bijvoorbeeld had hij hoog, omdat deze hem steun gaf toen hij onder vuur lag binnen de CDU en de meeste collega-voorzitters binnen de EVP maar liever even wegdoken. Niet Van Velzen en zeker na de val van de Muur onthield Kohl heel precies wie voor hem al vóór die historische momenten steunpilaren waren geweest. Loyaliteit en ‘mooi weer vriendschap’ hield hij altijd scherp in de gaten en het onderscheid daartussen woog het zwaarst in zijn vele politieke en menselijke relaties.

Het echte eerbewijs

Geen schot viel. Nu in 2017 beseffen we dat eens te meer. Een volk dat in tirannie was opgegroeid kreeg hoop. Een totaal failliete economie van het socialisme werd nieuw leven ingeblazen. Schitterende, maar vervallen middeleeuwse steden als Quedlinburg en Naumburg en de ruïnes van barokjuwelen als Dresden en Wörlitz werden met grote inzet en finesse gerestaureerd en bezoekersmagneten voor heel de wereld. De tragische mens Helmut Kohl laat veel na waar we dankbaar voor mogen zijn.

Niet in het minst de verzoening in Europa, aan de graven van Verdun en zijn broer in Normandië. Een gezamenlijke lotsbestemming, een vredelievend toekomstvisioen en heel concrete vrijheid voor gewone mannen en vrouwen in Oost en West. En zonder meer ook die gezamenlijke munt die ons dwong tot krachtig, moedig economisch integratiebeleid. Dat dit nog niet 100% lukte, lag niet aan Kohl, maar aan minder moedige opvolgers die Europa blasé behandelden tot het bijna te laat was. Het echte eerbewijs aan deze laatste van de grote staatslieden van zijn tijd is dan ook helder. Het verenigde Europa met zijn ‘Soziale Marktwirtschaft’ van volkeren en landen die elkaar vrede en voorspoed gunnen, dat is Kohls erfenis. Het opruimen van de nationalistische en daarmee vooral ook egoïstische  - en ten diepste narcistische -blokkades daarvoor is onze plicht en roeping.

‘Adé, Pfälzer Riese.’

PG Kroeger(historicus en Duitsland-kenner, auteur van onder meer ‘De rogge staat er dun bij. Macht en verval van het CDA 1974 – 1998)

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.