CDA vice premier Hugo de Jonge gaat zich de komende jaren inzetten om het taboe rondom ouderenmishandeling te doorbreken. Want iedere oudere heeft het recht om veilig oud te worden.

Ouderenmishandeling is nog steeds een groot probleem in Nederland. Jaarlijks hebben 170.000 ouderen te maken met een vorm van mishandeling en dat is schokkend. Het kan gaan om fysieke mishandeling maar ook om psychische mishandeling, financiële uitbuiting, verwaarlozing of seksueel misbruik. Bij mishandeling kan sprake zijn van opzet, maar soms kan het ook een gevolg zijn van overbelasting van een mantelzorgende zoon of dochter of andere naaste. Ouderen praten zelf niet gemakkelijk over mishandeling, uit angst of uit schaamte. Bovendien weten zij vaak niet waar ze terecht kunnen.

Hugo de Jonge: “tot op heden zijn we er onvoldoende in geslaagd om verschil te maken in het terugdringen van ouderenmishandeling. Er is van diverse kanten hard gewerkt en veel in gang gezet, maar het is niet genoeg. Daarom ga ik mij de komende jaren, samen met Veilig Thuis, banken, notarissen, gemeenten, ouderenbonden en andere partijen, inzetten om het taboe rondom ouderenmishandeling te doorbreken en ga ik stimuleren dat omstanders en professionals weten wat ze moeten doen en het geweld snel en adequaat kunnen stoppen en oplossen. Want iedere oudere heeft het recht om veilig oud te worden.”

Het kabinet gaat aan de slag met een publiekscampagne die specifiek aandacht besteed aan ouderenmishandeling. Er komt betere ondersteuning voor mantelzorgers. Vrijwilligers krijgen een training die gericht is op he herkenning van ouderenmishandeling. Er komt betere samenwerking tussen verschillende instanties. Voor slachtoffers moet steun en hulp worden georganiseerd en daarom wordt er gestimuleerd dat iedere organisatie een getrainde aandachtsfunctionaris ouderenmishandeling heeft.  En er wordt gekeken samen met gemeenten en ketenpartners voor een betere aanpak van de plegers van mishandeling bij ouderen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.