Lees hier de inbreng van Kamerlid Eline Vedder tijdens het debat over het klappen van de onderhandelingen over een Landbouwakkoord

Voorzitter, de heer Boswijk kan vanwege een begrafenis helaas vandaag hier niet aanwezig zijn, en daarom sta ik hier.

Voorzitter, ‘Het landbouwakkoord zou perspectief moeten brengen en het zou vertrouwen moeten herstellen. En nu komt dat er niet’. Dat zei een jonge boerin in Nieuwsuur. Perspectief en vertrouwen. Daar moet het in dit debat over gaan. Want dat stukje ‘En nu komt dat er niet’, kan natuurlijk niet het einde van dit hoofdstuk zijn.

Het CDA is teleurgesteld over het vastlopen van het overleg. Want het is onze diepste overtuiging dat je zo’n enorme transitie alleen samen kunt doen. Wij geloven in de kracht van samenwerking, en dat je verder komt als je handelt vanuit wederzijds begrip. Ik hoorde gisteren iemand zeggen ‘de polder is dood’. Voorzitter, ik weiger pertinent me daarbij neer te leggen. Omdat onze jonge boeren, om de stap naar de toekomst te kunnen zetten, perspectief en vertrouwen nodig hebben. En dat lukt niet met alleen Haagse tekentafelplannen.

Wat ons betreft is het werk dus niet voor niks geweest. En gaan we het niet in de prullenbak gooien, maar bouwen we erop door. Want toen deze onderhandelingen begonnen, stond de boel in de fik. Er is hard gewerkt om het vertrouwen stukje bij beetje op te bouwen. Maar dat is nog niet klaar, en het is te vroeg gebleken om te durven vertrouwen op intenties. En ik snap dat, ook uit eigen ervaring, heel goed.

In het, op het laatste nippertje toegevoegde hoofdstuk 9, staan daar belangrijke dingen over. ‘Niemand is gehouden aan het onmogelijke’, ‘ijkmomenten om te zien of afspraken op koers liggen.’ ‘Een voorziening voor calamiteiten’. Maar met hetzelfde gemak wordt er ook over generieke maatregelen gesproken. Voorzitter, ik zie de agrarische sector hier heel wisselend op reageren. Het is niet makkelijk om de uitgestoken hand aan te pakken, als diezelfde hand je een paar keer heeft laten vallen.

Wij willen dit akkoord zien als de eerste stap van een beweging. Waarbij afspraken met een absolute wederkerigheid de basis zijn. Het principe> ‘Als het mij niet lukt instrument A te leveren, dan snap ik dat jij doel B nog niet kunt halen.’ Is de minister dat met ons eens? Hoe wil hij op dat systeem doorbouwen? 

Voorzitter, wat ik vaak heb gehoord, is hoe belangrijk het is om een overlegstructuur te hebben. Het in ere herstellen van de landbouwpolder, die met het afschaffen van de productschappen verloren is gegaan. Wij zijn positief over de voorgestelde Landbouwtafel. Is de minister het met ons eens, dat dit idee doorgezet zou moeten worden?

Voorzitter, met het klappen van het landbouwakkoord, zijn de opgaven die de sector op zich af ziet komen, niet ineens verdwenen. Het CDA twijfelt ook niet aan de noodzaak om die opgaven te realiseren. Maar wat betreft de weg er naartoe, is het voor het CDA essentieel, dat we die met een sterke sector afleggen die perspectief ziet. En we zien daarvoor belangrijke bouwstenen in het landbouwakkoord:

  • Bijvoorbeeld de beweging richting doelsturing en weg van de eindeloze brij middelvoorschriften. De boer aan het stuur, ruimte voor vakmanschap. Het CDA pleit hier al heel lang voor. We zouden graag zien dat er meer vaart komt achter de ASB.
  • Het afwegingskader landbouwgrond. Het CDA pleit al heel lang voor de bescherming van landbouwgrond, want dat is telkens het kind van de rekening.
  • Langjarig natuurbeheer. Ook daar maakt het CDA zich al heel lang hard voor. Contracten van 18 jaar zijn een goed begin, maar het mag van ons ambitieuzer.
  • De duurzaamheidsstandaard die een marktmeerwaarde moet opleveren. Een historisch voornemen, waar sectorbreed positief op wordt gereageerd. Maar tot onze verbazing geen woord over hoe het kabinet denkt om te gaan met de instroom van producten die onder die standaard liggen. Wat kunnen we daarover verwachten in de septemberbrief?
  • En natuurlijk de maatregelen voor jonge boeren, zoals de vestigingssteun en bedrijfsopvolgingsregeling.
     

Wat het CDA betreft vormen dit soort bouwstenen de kern van de visie en strategie waar het kabinet in september mee wil komen. En ik gebruik hier expres het woord ‘kabinet’ en niet ‘minister’. Elke boer ziet namelijk elke dag op zijn eigen erf dat de integraliteit nog ver te zoeken is in beleid. De jonge boerin uit Nieuwsuur heeft het nodig dat ministeries meer samenwerken, om te komen tot het vertrouwen en perspectief die zij, en alle boeren en boerinnen met haar, nodig hebben.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.