Kandidaten TK21
16 december 2021

Regeerakkoord: Ambitie en realisme in het klimaatbeleid

Vandaag presenteren de vier coalitiepartijen hun regeerakkoord, met daarin een ambitieuze klimaatparagraaf. CDA-Tweede Kamerlid Henri Bontenbal: “Ik ben trots op de klimaatparagraaf in dit regeerakkoord en de actieve inbreng van het CDA daarin. Het ademt zowel urgentie als realiteitszin. In september presenteerden we als partij onze klimaatvisie. Een groot aantal aanbevelingen in deze visie hebben we kunnenvertalen in het regeerakkoord.”

In het regeerakkoord is afgesproken dat we het nationale klimaatdoel verhogen naar tenminste 55% CO2-reductie in 2030. Dat is ambitieuzer dan het Europese klimaatbeleid van Nederland vraagt. We blijven investeren in de verdere uitrol van duurzame energie, duurzame mobiliteit en de verduurzaming van woningen en kantoren. Een belangrijke wens van het CDA was daarnaast dat we kiezen voor een groene industriepolitiek, onder andere door het maken van ambitieuze maatwerkafspraken met de bedrijven met de grootste CO2-uitstoot. 

Maar we zetten ook een aantal belangrijke wissels om. Zo gaan we investeren in kernenergie. Want ook kernenergie zullen we nodig hebben om de klimaatdoelen te halen. Bontenbal: “Hernieuwbare energie en kernenergie zijn geen vijanden van elkaar, maar elkaars bondgenoten in de strijd tegen fossiele brandstoffen.” Ook in de gebouwde omgeving kiezen we voor een realistische aanpak. Een aanpak die iedereen kan begrijpen en kan meemaken. Klimaatbeleid moet sociaal zijn en daarom zullen we een deel van de energietransitie uit een klimaatfonds financieren. Daarmee willen we de energierekening betaalbaar houden.

Bontenbal: “Klimaatbeleid kan tot polarisatie leiden als we keuzes maken zonder de samenleving daarin mee te nemen. Het CDA kan dé partij kan zijn die het klimaatbeleid uit de polarisatie kan halen en de samenleving kan meenemen in de transformatie naar een duurzame en sociale economie. Met dit regeerakkoord zetten we daarmee een belangrijke stap.”

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.