De mestcrisis in Nederland wordt steeds nijpender voor veehouders. De brief van het kabinet schetst duidelijk welke mogelijkheden en onmogelijkheden er zijn om de pijn van het verlies van de derogatie te verzachten, maar er lijkt te weinig draagvlak in de Tweede Kamer om nu iets te doen. Het gevolg is een koude sanering van de veehouderij. Tweede Kamerlid en boer Eline Vedder schreef daarom onderstaand opiniestuk in het vakblad Nieuwe Oogst.

 

De mestcrisis is ernstig en niet op te lossen door er maar genoeg geld tegenaan te smijten. Het besef dat we razendsnel afstevenen op een financieel én fysiek probleem, is op het boerenerf al pijnlijk voelbaar. In Den Haag daalt het echter nog nauwelijks in. Om het plat te slaan: vanaf 1 september is er te veel stront en te weinig grond. De afbouw van derogatie en aanwijzing van NV-gebieden doen de melkveehouderij de das om. De verwerkings- en exportroute heeft niet de capaciteit of marktvraag, om dit op te lossen. Ook op onze boerderij zitten we met de handen in het haar. Als we ons geen weg ingevochten krijgen op de mestmarkt, blijft de keuze over: koeien naar de slacht, of een milieudelict begaan.

Als Kamerlid, met de laarzen in de modder, vind ik het daarom volkomen onverantwoord als de overheid nu niks doet of geen richting kiest om deze shit in de toekomst voor zijn. Ik zie boeren om me heen afhaken. Dat zijn niet alleen boeren op leeftijd zonder opvolger. Het is de toekomst van de sector die het niet meer ziet zitten of domweg niet meer volhoudt. Nu niks doen, ís niet niks doen. Nu niks doen, is willens en wetens aansturen op een ongerichte koude sanering of generieke korting. Nu niks doen, zet de toekomst van het platteland op het spel.

Voor het CDA is dat onverteerbaar, voor boeren is dat onverteerbaar en voor minister Adema is dat onverteerbaar, gezien zijn brief. De opdracht voor die brief heeft de Tweede Kamer zelf gegeven, maar het is de vraag of er ook een Kamermeerderheid bereid is om daadwerkelijk iets aan de mestcrisis te dóén. Aan de formatietafel worden geen knopen doorgehakt over acute en gevoelige onderwerpen, en dat veroorzaakt onzekerheid en valse hoop.

Mijn opa leerde mij: je moet het doen met de kaarten die je hebt. Maar ik baal als een stekker van deze kaarten. Het is niet uitlegbaar dat graslandderogatie niet mogelijk is, want juist dát is gunstig voor waterkwaliteit.Het is niet verteerbaar dat er buffers worden aangewezen na de belofte dat N2000 geen trickle-down-effect zou hebben. Dus moet het kabinet in Brussel blijven pleiten voor betere kaarten.

Maar wachten op betere kaarten kán niet de enige strategie zijn. Dan zetten we kwetsbare bedrijven in de etalage en begint de onvrijwillige uitverkoop van het platteland. Daarom is het belangrijk dat er knopen worden gehakt over mogelijkheden en onmogelijkheden.

Het is verdrietig genoeg dat er zo veel interesse is voor de brede beëindigingsregeling. Maar een wijker kan tegelijk ook ruimte en perspectief bieden voor boeren die door willen. Dan moeten we wel vrijkomende stikstofruimte inzetten om PAS-melders en interimmers eindelijk te legaliseren en de grond in de sector houden, zeker het grasland.

Wil je grasland behouden, moet je melkveehouderijen behouden. In de gebieden waar meer dan de helft van de melkveehouderijen is verdwenen, verdween het grasland ook. Het CDA wil dat een graslandnorm wordt aangevlogen vanuit behoud van grasland, niet een zo groot mogelijke krimp van de veestapel. Koe weg, is gras weg. De uitvoering is cruciaal en juist daar heb ik veel vraagtekens bij.

Échte ruimte en toekomst voor gras en koe: daar lig ik wakker van en dat staat in mijn Kamerwerk centraal. Zodat we de hoog drachtige pinken in de wei weer kunnen zien voor wat ze zijn: Een hoopvolle belofte voor de toekomst, verpakt in een glanzend gevlekt jasje.

Eline Vedder is melkveehouder en Kamerlid voor het CDA.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.