De ironie van de vooruitgang. - 2
01 november 2023

Vrijheid, verantwoordelijkheid & gemeenschapszin.

Henri's tweede lezing ging over de spanning tussen vrijheid en verantwoordelijkheid. Je hebt beide nodig, maar met alleen vrijheid bouwen we geen sterke gemeenschappen.

Kijk hieronder Henri's lezing terug!

Henri's lezing

“Happiness only real when shared”.
Het zijn de laatste woorden die Christopher McCandless,
de hoofdpersoon uit de (waargebeurde) film ‘Into the Wild’,
noteerde in zijn dagboek.
Christopher McCandless, 22 jaar,
heeft een succesvol leven in het vooruitzicht,
Maar besluit het roer volledig om te gooien,
Alles achter zich te laten,
Al z’n bezittingen weg te doen,
Alle banden te verbreken,
En op reis te gaan.
Met als einddoel de eenzame wildernis van Alaska.
Eenmaal daar aanbeland,
Gooit hij zijn kaart van het gebied weg,
En vindt een verlaten, wit-mintgroene autobus
Die hij als zijn onderkomen gebruikt.
Zijn voedselvoorraad is niet voldoende.
Dus moet hij zelf aan voedsel zien te komen.
Terug naar de bewoonde wereld lukt niet meer,
Want de rivier die hij eerder was overgestoken,
Is veranderd in een kolkende woeste rivier.
Wat eerst een mooi avontuur is,
Eindigt in een strijd om te overleven.
Christopher McCandless sterft uiteindelijk in eenzaamheid,
Sterk vermagerd, in zijn slaapzak in de bus.

“Happiness only real when shared”.
De laatste aantekening in zijn dagboek.
‘Geluk is alleen echt als het met anderen gedeeld kan worden.’

Wat maak ons als mensen gelukkig?
En kun je alleen gelukkig zijn?
Als je naar de statistieken kijkt,
Staat Nederland in de top5 van gelukkigste landen.
We zijn rijker en gezonder dan ooit.
We kunnen onszelf ontplooien
En kunnen meer dan vorige generaties van het leven genieten.
Dat geldt althans voor een groot deel van de samenleving.
Een deel heeft het namelijk helemaal niet beter gekregen.
Maar gemiddeld genomen is de welvaart flink toegenomen.
Tegelijkertijd is er sprake van een vreemde paradox,
Constateert psychiater Damiaan Denys.
Want hoewel de welvaart alleen maar is toegenomen,
Zijn de mentale problemen niet afgenomen.
Veel Nederlanders kampen met burn-out, stress en eenzaamheid.
De vraag naar mentale zorg is alleen maar toegenomen.
Er is voor elk probleem wel een coach.
De Universiteit van Amsterdam heeft zelfs een knuffelkamer ingericht
waar studenten puppy’s kunnen aaien
om de stress te reduceren voordat ze tentamen doen.

We zijn het verleerd, zegt Damiaan Denys, om om te gaan met alle tegenslag, pijn en verdriet die het leven nu eenmaal biedt.
Hij draait het om:
juist door tegenslagen en teleurstellingen
Worden we sterker, groeien we, worden we weerbaar.
De mentale weerbaarheid van de samenleving kan groeien
als we minder zouden lijden aan een teveel aan autonomie, zegt Denys.
“We moeten compleet en totaal onszelf zijn tegenwoordig,
authenticiteit is het hoogste gebod.
Alles kunnen we zelf bepalen:
we kopen gepersonaliseerde schoenen op internet
en kunnen zelfs kiezen hoe laat ze worden bezorgd. (…)
Er zijn geen grenzen, geen belemmeringen.
Maar heeft het ons gelukkiger gemaakt?
Nee, want we hebben ook veel verloren.
Ik denk (…) dat het goed is
om een deel van die onbegrensde autonomie in te leveren.
Om weer te leren rekening houden met anderen.
Vrijheid kan ook betekenen:
vrij zijn van jezelf, eens even ophouden alleen maar bezig te zijn
met je eigen zelfontplooiing, je eigen streven naar succes.
We maken deel uit van een groter geheel,
van een netwerk aan relaties.”
Aldus psychiater Damiaan Denys.

Vanavond is het onderwerp van mijn lezing
De vraag hoe we de gemeenschapszin
In onze samenleving kunnen versterken
En waarom ik denk dat dat belangrijk is.
Het begin van deze lezing is wellicht somberder
Dan de realiteit van het dagelijkse leven rechtvaardigt.
Ja, het individualisme is te ver doorgeschoten,
En psychiater Damiaan Denys legt de vinger op de zere plek.
Maar dat betekent allerminst
dat de gemeenschapszin verdwenen is.
Dat zou echt een te sombere analyse zijn.
De samenleving verzet zich namelijk op allerlei manieren
tegen het individualisme.
Het beeld van de mens als losstaand individu, als zelfredzame, calculerende burger, voor wie de eigen vrijheid het hoogste goed is, wordt gelukkig door heel veel mensen
elke dag weer gelogenstraft.

Wij, mensen, zorgen namelijk voor elkaar.
Op veel verschillende manieren.
Dat begint al bij de zorg voor elkaar in het gezin,
maar de cirkel van omzien naar elkaar
is gelukkig veel wijder.
Al die vormen van zorg
zijn moeilijk meetbaar in harde economische cijfers.
Maar deze onzichtbare ‘economie’ in de vorm van vrijwilligerswerk, het verenigingsleven, opvoedende ouders, mantelzorgers, burenhulp, vriendschap, noaberschap en mienskip is in werkelijkheid vele malen groter dan de reële economie van het BBP.
We zien ook steeds weer dat mensen
nieuwe gemeenschappen bouwen,
Nieuwe vormen van samenwerking zoeken.
Buurttuinen, wijk-initiatieven, gemeenschappelijke boerderijen,
nieuwe woonvormen, energiecoöperaties:
ze zijn door het hele land te vinden.
Ja, in de economie speelt concurrentie een rol.
Maar toch zijn wij, mensen, samenwerkers pur sang
En heeft een economie vertrouwen nodig
Om goed te kunnen functioneren.
Zonder samenwerking kunnen wij geen economie draaiend houden,
Kunnen we geen ziekenhuis of bedrijf runnen,
Geen iPhone ontwerpen en produceren.
Samenwerking vormt de basis van onze economie.
Het probleem van het dominante, liberale mensbeeld
Zoals dat ons te vaak wordt voorgehouden,
is dat we ons ernaar gaan gedragen,
en dat we ons beleid erop baseren.
Maar in essentie zijn wij, mensen, op elkaar betrokken,
Zijn we solidair, hebben we ‘boodschap aan elkaar’,
Zoals Ruud Lubbers dat zo mooi kon zeggen.

De kritiek op het moderne, liberale mensbeeld is natuurlijk niet nieuw. Een van de beste rapporten die ‘ons’ WI ooit schreef, was ‘Mens waar ben je?’, uit 2006.
Het rapport beschrijft hoe globalisering, technologie en toenemende concurrentie traditionele verhoudingen in onze samenleving onder druk zet.
Doelmatigheid, efficiency, flexibiliteit en controle hebben verhoudingen gerationaliseerd en de menselijke maat naar de achtergrond verdreven.
De maakbare en rationale systeemwereld verhoudt zich niet tot de veranderlijke leefwereld van mensen.
Ik ben helemaal geen individu, maar een mens, met een eigen naam, met talenten en een levensverhaal, dat tegelijk niet los kan worden gezien van de omgeving waarin ik leef. Van mijn vrouw en kinderen, mijn familie en vrienden, mijn wijk en de verenigingen waar ik kom, van mijn werk.
Die relaties en verbanden zijn onmisbaar voor mij, maar evengoed heb ik anderen nodig om lief te hebben, vrienden te maken, medeleven te kunnen hebben of verantwoordelijk en solidair te kunnen zijn.
Solidariteit is geen straf, dat je iets moet inleveren voor een ander. Solidariteit is een voorwaarde om te kunnen zijn wie je wilt zijn.
De mens is een sociaal wezen, een maatschappelijk wezen. Niet uit bittere noodzaak,

maar om volwaardig als mens te kunnen leven.
Dit verhaal is het fundament
waarop wij als CDA politiek bedrijven.
Deze visie op de mens en op de samenleving
Is bepalend voor het beleid
dat je als politieke partij voorstelt.
Welke richting slaan we als samenleving in? Versterken we het ‘wij’, de gemeenschapszin,
Of gaan we door met het dominante denken
Van de afgelopen decennia?
Hier staat dus echt wat op het spel.
Juist ook bij de verkiezingen op 22 november.
Welke afslag nemen we als land?
Wordt het liberaal VVD- of D66-beleid?
Of durven we echt een koerswijziging in te zetten?
We staan op een kruispunt:
Vechten we voor een hernieuwde gemeenschapszin,
Of laten we het individualisme winnen?
Als we niets doen, raken we nog meer kwijt
en groeien nieuwe generaties op in een land
waarin ieders vrijheid belangrijker is
dan onze verantwoordelijkheid en gemeenschapszin.

Terecht wordt mij regelmatig de vraag gesteld:
‘hoe maak je het verhaal over waarden en normen,
Over gemeenschapszin concreet?’
‘Wat kan de overheid concreet doen?’
Mijn uitgangspunt is:
Mensen willen gemeenschappen vormen,
Mensen willen omzien naar elkaar;
De overheid moet vooral alle goede initiatieven niet belemmeren
Maar ze stimuleren.
Ik neem u vanavond graag mee in vijf keuzes die wij maken voor een fatsoenlijk land waarin gemeenschapszin centraal staat.


1.
Ik begin met een simpel voorbeeld: eenzaamheid onder ouderen.
Het is een groot en groeiend probleem, vooral voor de ouderen die zich eenzaam voelen. Mensen om je heen vallen weg.
Je kinderen en kleinkinderen hebben het te druk.
Je voelt je kwetsbaar, misschien ook om naar buiten te gaan.
Dan ligt de eenzaamheid op de loer. Het was het tweede kabinet Rutte dat de verzorgingstehuizen sloot.
Mensen met een lichte zorgindicatie kwamen niet langer voor een plek in aanmerking.
Daarmee is een gat ontstaan tussen zelfstandig thuis kunnen wonen
en het verpleegtehuis.
En juist als je hulp nodig hebt
raak je sneller eenzaam als je alleen bent.
Wij willen een terugkeer van de bejaardenhuizen, als kleinschalige woonvoorzieningen waar ouderen zelfstandig en met elkaar kunnen wonen. In Austerlitz hebben inwoners zelf het initiatief voor zo’n nieuwe woonvorm genomen. Hier wonen ouderen en jongeren met een zorgvraag op zichzelf maar bij elkaar.
Het geeft aanspraak en nieuwe contacten. ze helpen elkaar waar nodig en houden toch hun eigen leven.
De gezamenlijke eetzaal was tegelijk een voorziening van tal van clubs in de buurt. Het zorgt ervoor dat de ouderen van Austerlitz nog elke dag midden in het leven staan.

2.
Een ander voorstel in ons verkiezingsprogramma is de maatschappelijke dienstplicht. De kans om als jongeren je talenten te ontdekken, iets te doen voor een ander en mensen ver buiten je eigen bubbel te ontmoeten. Je ervaart wat het is om iets voor een ander te betekenen. Een ervaring die je leven lang meegaat.
We blijven erop hameren, omdat ik ervan overtuigd ben dat het werkt.
Inmiddels hebben 100.000 jongeren de vrijwillige variant van de diensttijd doorlopen.
Ook al doen partijen als VVD en D66 er lacherig over
als we er steeds weer over beginnen.
De resultaten zijn natuurlijk positief,
dat wisten wij allang. Bijna een kwart van de jongeren blijft verbonden aan de organisatie waar ze hun diensttijd vervulden. Het CDA wil nu een stap verder zetten. Nu is de diensttijd nog vrijwillig en op aanmelding.
In Zweden krijgen alle jongeren van 18 een uitnodiging om te solliciteren naar een diensttijdplek of klus. Zo bereiken we nog meer jongeren, op weg naar de vanzelfsprekendheid dat iedere jongere na de schoolloopbaan een half jaar of een jaar een steentje bijdraagt aan de samenleving.

3.
Wat dacht u van het verenigingsleven?
In Nederland hebben we een bloeiend verenigingsleven,
Maar het staat wel onder druk.
We vragen van verenigingen teveel administratie,
Waardoor ze moeilijk nieuwe vrijwilligers kunnen vinden.
Daar moeten we mee stoppen.
Het moet makkelijker zijn om bestuurslid te worden,
Het moet makkelijker worden om te doneren aan je vereniging.
Maar liefst een op de drie Nederlanders
is wekelijks actief in een vereniging.
Dat moeten we koesteren en versterken,
Niet moeilijker maken.

4.
Deze lijn van denken kun je zo doortrekken naar het integratiebeleid.
Wij zijn kritisch op het huidige integratiebeleid. En niet alleen vanwege de teleurstellende resultaten.
Integratie gaat over de vraag:
wil je onderdeel zijn van de gemeenschap?
En andersom:
Is de gemeenschap bereid nieuwkomers te verwelkomen?
Beide gaat niet goed.
Het huidige beleid stelt abstracte vormvereisten aan de inburgering, in de vorm van een taalniveau of een papieren participatieverklaring.
De taal leren is het minste wat je moet doen
Om tot een gemeenschap te kunnen behoren.
Maar echt integreren vraagt veel meer. We moeten de talenten van nieuwkomers aanspreken, We moeten onze tradities en gewoonten laten ervaren in plaats van leren kennen.
Participatie is geen papiertje, maar echt meedoen.
Wat we van onze jongeren vragen, zouden we ook van nieuwkomers moeten vragen: om zich voor een bepaalde periode onder te dompelen in onze lokale gemeenschappen: als vrijwilliger in het buurthuis, achter de bar in de kantine van de voetbalclub of als buurtvader in de wijk. Samenleven is meedoen, samenleven gaat om het opbouwen van relaties en het nemen van verantwoordelijkheid. Dat is wat wij bedoelen met een veeleisend integratiebeleid.
We doen nieuwkomers en onszelf enorm tekort
Door niet veeleisend te zijn.


5.
Beste vrienden,
De mens is geen individu. De mens is geen einzelganger,
Die in z’n eentje gelukkig wordt in een verlaten wildernis. We zijn geroepen wezens, staat in Mens, waar ben je? In de betekenis dat er een beroep op ons gedaan wordt. Een beroep op onze verantwoordelijkheid. In ieder leven is de eerste ervaring van dat beroep die van het gezin, waarin je opgroeit. Het beroep dat op ouders wordt gedaan als een baby huilt. Het beroep dat op kinderen wordt gedaan om lief te zijn voor elkaar. Het gezin is die mini-samenleving, waar je alles leert en meekrijgt, wat je in je volwassen leven nodig hebt. In een gezin leer je ruziemaken en een conflict uitpraten. In een gezin leer je sorry zeggen en dankjewel.
In een gezin leer je wat onbaatzuchtige liefde is, maar ook dat liefhebben pijn kan doen, als een relatie stuk gaat.
Ook in onze geïndividualiseerde samenleving, is het gezin en de grotere familie nog steeds een baken van collectiviteit en saamhorigheid.
Ook nu steeds meer mensen alleen door het leven gaan, hebben zij nog altijd hun eigen gezin en familie om thuis te komen.
De band van een familie gaat over generaties heen.
Natuurlijk weet ik ook dat niet ieder gezin een veilig thuis is. De trieste verhalen over de gezinnen waar het niet goed gaat
Hoor ik van mijn vrouw die verloskundige is op Zuid.
Het is de achterkant van Nederland, een land met twee gezichten.
Maar ook steeds meer gewone gezinnen hebben te maken met groeiende zorgen. Over het spitsuur van werk, opvoeden
en soms nog de zorg voor eigen ouders. Over de stijgende kosten van energie en boodschappen. Over de omgeving waarin kinderen opgroeien en de verleidingen waaraan zij door de commercie worden blootgesteld.
Juist daarom kiezen wij in ons programma voor veel meer ondersteuning voor gezinnen. In vergelijking met andere Europese landen
is daar alle reden toe.
Daarom verhogen wij de kinderbijslag en voor de lagere inkomens het kindgebonden budget.
Daarom maken wij de kinderopvang weer bijna helemaal gratis en zorgen we dat kinderen tussen 2 en 4 jaar tenminste twee dagen naar de opvang kunnen. We bieden ouders meer ruimte
voor de combinatie van thuis en werk.
Want als het goed gaat met gezinnen,
gaat het goed met de samenleving.

Ik kom tot een afronding.
Ons verhaal over waarden en normen,
En het belang van gemeenschapszin,
Wordt door sommigen als ouderwets weggezet,
Of als te abstract en te weinig concreet.
Ze hebben absoluut geen gelijk.
Ons verhaal is relevanter dan ooit
En krijgt een concrete vertaling in ons programma.
Onze samenleving hunkert naar gemeenschapszin
En naar zingeving.
Richard van Zwol schreef het mooi in zijn rapport: “Wij leven als mensen niet in een vacuüm; we bouwen verder op wat onze voorouders hebben opgebouwd en we moeten het leven en de aarde op de best mogelijke manier doorgeven aan volgende generaties”.
Maar hij constateert ook dat dat het grenzeloze zelf steeds vaker gaat boven de zorg voor de ander. Dat is het neoliberale credo van me, myself and I, waarachter een volstrekt onjuist mensbeeld schuilgaat.
We moeten breken met dit dominante mensbeeld
Dat te vaak een kans heeft gekregen
Zich in de hoofden van beleidsmakers te nestelen.
Daar tegenover moeten we met meer trots spreken over onze boodschap van solidariteit, saamhorigheid en verantwoordelijkheid. Omdat als wij het niet zeggen, niemand het doet. Ik denk dat onze belofte en onze plannen voor een fatsoenlijk land meer dan ooit nodig zijn.
Het is die nieuwe middenweg
Waar ik voor pleit.

“Happiness only real when shared”:
De laatste notitie in het dagboek van Christopher McCandless.
In eenzaamheid kun je niet gelukkig zijn,
Tot je bestemming komen,
echt mens zijn.
Een nieuwe saamhorigheid:
Dat is wat onze samenleving meer dan ooit nodig heeft.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.