
07 maart 2025
25 maart 2025 2 minuten lezen
Dinsdag 25 maart heeft de senaatsfractie van het CDA ingestemd met de begrotingen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en Asiel en Migratie 2025. Bij beide begrotingsvoorstellen heeft de fractie zorgen gedeeld over de uitvoerbaarheid van het meerjarenperspectief vanaf 2026.
Begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
De Eerste Kamerfractie heeft ten eerste ingestemd met de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, nadat een mede-ingediende motie werd aangenomen. In deze motie wordt de regering verzocht om de koppeling van het budget aan ontwikkelingssamenwerking met het bruto nationaal inkomen (BNI) te herstellen en te behouden.
Senator Madeleine van Toorenburg was tijdens het plenaire debat kritisch op de voorgestelde begroting. Zo gaf ze aan dat het een kwestie van verwerpelijk egoïsme is dat deze regering alleen nog internationaal van betekenis wil zijn als dat in het eigen Nederlands belang is. De koppeling van het budget aan ontwikkelingssamenwerking met het BNI was voor het CDA dan ook van groot belang, omdat hiermee uiting wordt gegeven aan het omzien naar elkaar en het delen met elkaar.
Nadat de motie over de koppeling was aangenomen, kon de Eerste Kamerfractie instemmen met de voorgestelde begroting over 2025. Met de gereserveerde budgetten kunnen de doelen in 2025 nog wel worden uitgevoerd. Grote bezuinigingen worden voor dit jaar nog niet ingevoerd. Voor 2026 en later acht de fractie dit nog onzeker. Mede daarvoor kijken de senatoren met belangstelling uit naar hoe de regering de aangenomen motie gaat uitvoeren. Bij de voorjaarsnota zal een en ander duidelijk moeten worden.
“De CDA-fractie is weer bijna in de verleiding gekomen om voor moties te stemmen waar we strikt genomen niet over gaan. Er zijn twee interessante moties ingediend over het maatschappelijk middenveld en over een advies van een vereniging die met name kijkt naar de mensenrechten, maar dat is echt werk van de Tweede Kamer. Iets anders is de motie van mevrouw Huizinga, waar we dus ook aan mee hebben gedaan. Dit omdat dat echt gaat over ‘kunnen wij de doelen die wij stellen, uitvoeren met de middelen die ervoor bedacht zijn’. En wij zijn ook strikt voor het iedere keer benadrukken dat onze grondwettelijke taak moet kunnen worden behartigd als Eerste Kamer.
We zijn dus tegen de eerste twee moties en voor de derde. We moeten constateren dat met de budgetten die worden gereserveerd voor ontwikkelingssamenwerking, de doelen kunnen worden gehaald, ook al doen bezuinigingen pijn. Daarom zijn we wel voor de begroting.”
Begroting Asiel en Migratie
Daarnaast heeft de Eerste Kamerfractie met grote aarzelingen ingestemd met de voorgestelde begroting van Asiel en Migratie voor 2025. Woordvoerder Madeleine van Toorenburg constateerde tijdens de plenaire behandeling al dat de begroting voor 2025 op zichzelf niet problematisch is. De daarin opgenomen doorkijk naar de begroting van 2026 en later is dat echter wel. "Voor 2025 zijn de gestelde doelen uit te voeren met de voorgestelde middelen. In de jaren 2026 en daarna lijkt de uitvoerbaarheid wel ernstig in de knel te komen door een grote bezuiniging op de uitvoeringsorganisaties", aldus Van Toorenburg.
Voor 2025 zijn de gestelde doelen uit te voeren met de voorgestelde middelen. In de jaren 2026 en daarna lijkt de uitvoerbaarheid wel ernstig in de knel te komen door een grote bezuiniging op de uitvoeringsorganisaties.
Madeleine van Toorenburg
Eerste Kamerlid
Tijdens de behandeling heeft senator Van Toorenburg een motie mede-ingediend die de regering verzoekt om vooraf een uitvoeringstoets te doen bij nieuwe wet- en regelgeving die qua uitvoering veel werk vergt in de asielketen. Op deze manier wordt duidelijk of voorstellen in de asielketen daadwerkelijk en redelijkerwijs zijn uit te voeren.
“De begroting voor 2025 is als zodanig nog niet zo problematisch, de doorkijk echter wel. Er zijn een aantal moties ingediend die gaan over die doorkijk. En of uiteindelijk het werk uitvoerbaar is financieel en qua beleid. Wij zijn daarbij dus voor de moties die zien op een verbetering van de uitvoerbaarheid en de financiering. We zijn wel voor de begroting, want voor 2025 zal het nog wel uitvoerbaar zijn, maar daarna niet meer.”
Rolvast
De CDA-fractie heeft tegen een aantal andere moties bij allebei de begrotingsvoorstellen gestemd, omdat hiermee te veel op de stoel van de Tweede Kamer wordt gezeten. De senatoren benadrukken daarbij het belang van rolvastheid als leden van de Eerste Kamer. De taak van dit orgaan is immers om wet- en regelgeving te toetsen op uitvoerbaarheid, rechtmatigheid en handhaafbaarheid.
Fractievoorzitter Theo Bovens zei hierover eerder: "Bij moties waar nog sprake is van voornemens van een kabinet en die dus nog in de twee Kamers moeten worden behandeld, heeft het CDA moeite om te zeggen ‘het kabinet moet dit doen of dat doen’. Dan zit je op de stoel van de Tweede Kamer en ben je eigenlijk voor je beurt aan het spreken." Dat is de reden waarom de Eerste Kamerfractie moties soms niet steunt, terwijl ze het inhoudelijk wel met de moties eens is.
Foto: Eerste Kamer/Robin Utrecht
07 maart 2025
01 maart 2025
08 november 2024