31 maart 2022

“Nieuwe” Omgevingsverordening

Na een proces dat in 2017 begon en bedoeld was om vóór 2019 af te ronden, want dan zou de nieuwe Omgevingswet ingevoerd worden, is op 30 maart jl. de Omgevingsverordening Provincie Utrecht vastgesteld. Deze verordening komt in de plaats van de oude Provinciale Ruimtelijke Verordening en regelt alles wat met de ruimte in de provincie Utrecht te maken heeft: waar gebouwd mag worden, waar natuur ontwikkeld wordt, waar wegen worden aangelegd, etc.

Nog weten we niet zeker of al het werk per 1 januari 2023 effect zal hebben. De minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft weliswaar geschreven dat de Omgevingswet per die datum in zal gaan maar het is nog onzeker of het Digitale Stelsel Omgevingswet, wat vereist is voor het goed werken van de nieuwe wet, dan gebruiksklaar zal zijn. Grote ICT projecten willen bij de overheid niet altijd tot een goed einde komen. Dit lijkt bij dit zogenoemde DSO weer te gebeuren.

Vanwege de grote impact die deze verordening heeft op de ruimtelijke plannen binnen de provincie heeft de CDA fractie aandacht gevraagd voor de rechtszekerheid van inwoners, ondernemers, gemeenten en waterschappen in de periode voorafgaande aan de invoering van de Omgevingswet. Zolang deze nog niet wordt ingevoerd blijft namelijk de oude (interim)verordening van kracht en hierin zijn een aantal zaken nog niet geregeld zoals in de nieuwe verordening.

Omdat het de bedoeling is dat alles vanaf invoering Omgevingswet digitaal geregeld gaat worden (via het DSO) heeft de CDA-fractie bovendien aangedrongen op een goede oplossing voor mensen die niet digitaal vaardig zijn of niet beschikken over toegang tot het internet.

Tijdens de behandeling in de commissie waren al een aantal zaken door ons aan de orde gesteld zoals het schrappen van een greppelverbod in het veenweidegebied en de juistheid van kaarten die betrekking hebben op het verbouwen van maïs in het veenweidegebied.

Bij de definitieve behandeling van de verordening is een amendement aangenomen dat agrarische ondernemingen in staat stelt om windmolens van maximaal 30 meter op te richten voor het eigen energieverbruik. Dit amendement werd door 2 fractieleden gesteund. Drie fractieleden waren tegen. De voorstemmers waren van oordeel dat deze mogelijkheid de boeren meer ruimte geeft om klimaatneutraal en duurzaam hun eigen energie op te wekken. De tegenstemmers waren van mening dat deze ruimte niet in de verordening moest komen vanwege, naar hun mening, onduidelijkheid over de impact voor het landschap en weide- en trekvogels, de afstand tot omliggende woningen en mogelijke commerciële inmenging van derden. Lees hier het amendement. 

Omdat door de tijd heen regels, praktijken en opvattingen regelmatig wijzigen zal er jaarlijks een update/herijking van de Verordening plaatsvinden. De eerste is dus volgend jaar te verwachten.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.