Complex Mariënburg 2017

In Soest zijn we zorgzaam

In Soest zijn we zorgzaam

 Het CDA streeft naar een samenleving waar mensen zoveel als mogelijk mee kunnen doen ongeacht geslacht, leeftijd, seksuele geaardheid, hoogte van het inkomen en vermogen of eventuele beperkingen. We nemen verantwoordelijkheid voor onszelf, maar ook voor de mensen in onze omgeving. Ieders bijdrage en inzet in de maatschappij wordt dan ook gewaardeerd. Niet iedereen kan volledig voor zichzelf zorgen. Mensen die dat nodig hebben worden ondersteund op een wijze die bij hen past. Het CDA zet in op een samenleving die een goede sociale verbondenheid kent met gebundelde inzet van vrijwilligers, mantelzorgers en professionals in een hecht netwerk dat werkt volgens het principe: één gezin, één plan, één hulpverlener.

Starten met preventie

Het welbevinden van mensen staat voor het CDA centraal. De opgave voor de gemeente is om, samen met maatschappelijke organisaties en sportclubs, te zorgen voor een gezonde omgeving voor kinderen en jongeren. De kosten van investeringen in welzijn, cultuur en sport zijn minder hoog dan zorgkosten. Preventie is dan ook beter dan genezen; iedereen is gebaat bij goede voorlichting over bijv. roken, alcohol- en drugsgebruik, gokverslaving en gezonde voeding. Voorlichting over de effecten van sport, goede voeding en leefgewoonten hoort daar bij, alsmede concrete acties zoals de verkrijgbaarheid in kantines van sportverenigingen en scholen van alleen gezonde producten.

Dit betekent concreet:

• Soest zet stevig in op preventiebeleid. Gemeente, scholen, (sport)verenigingen etcetera werken hieraan mee om zorg en welzijn voor jongeren te bevorderen. Dit kan door bijvoorbeeld een gezamenlijk convenant op te stellen.

Zorg op maat leveren

Het CDA gaat uit van de waardigheid van mensen en dat mensen zelf willen beslissen over hun gezondheid. Ons vertrekpunt is wat mensen wél kunnen en hoe we kunnen aanvullen wat niet meer mogelijk is. Dat vergt maatwerk. We blijven uitgaan van een integrale benadering, omdat het belangrijk is om bij gezinnen of personen met meerdere problemen deze problemen in samenhang aan te pakken. Het CDA wil dat de mens centraal staat in de zorg, zowel bij het verlenen van de zorg als bij de bekostiging ervan. Daarom zijn we voorstander van persoonsvolgende bekostiging waar dat kan. Het vragen van een eigen bijdrage is niet vreemd, maar we willen niet dat mensen daarom 13 zorg mijden. Een stapeling van eigen bijdragen willen we voorkomen. Het is beter en vaak ook goedkoper om zo vroeg mogelijk zorg te kunnen bieden.

Dit betekent concreet:

• Het voor Soest geldende ruimhartig verstrekkingensysteem blijft bestaan.

• Bij de verdeling van het beschikbare budget voor zorg is de financiële draagkracht van mensen een belangrijk criterium.

• Met zorgorganisaties worden afspraken gemaakt over de kwaliteit en maatwerk bij de huishoudelijke hulp wanneer een algemene voorziening niet toereikend is.

• In de zorg wordt ingesteld dat inwoners met het ‘recht om uit te dagen’ voorstellen kunnen doen om zelf de zorg in hun omgeving te organiseren als alternatief voor zorg die wordt aangeboden door de gemeente.

• Bij beleid voor het sociaal domein wordt ook kennis betrokken vanuit kerkelijke en maatschappelijke organisaties over onderwerpen als armoede, gezinsproblematiek, verslavingen. Tevens worden de contacten met deze organisaties in stand gehouden.

• We nemen maatregelen die voorkomen dat gezinnen met kinderen en/of middeninkomens buiten regelingen vallen of door stapeling van eigen bijdragen zorg mijden of onevenredig financieel nadeel ondervinden. Te denken valt aan een maximum bedrag met betrekking tot de jaarlijkse eigen bijdragen.

Wonen met welzijn en zorg

De meeste mensen die zorg nodig hebben willen dit zo goed en lang mogelijk in hun eigen omgeving organiseren. Wij willen deze zorg dicht bij huis verstrekken en nog beter organiseren, zodat de professionele zorg en ondersteuning beter aansluiten bij de keuzes van de inwoners. Innovatie en nieuwe medische inzichten kunnen daarbij helpen en het persoonsgebonden budget kan een belangrijk instrument zijn om die zorg naar eigen wens in te richten.

Dit betekent concreet:

• De gemeente maakt flexibele bouwconcepten voor wonen en zorg voor bijv. een gehandicapt kind of familie in de directe woonomgeving mogelijk, door onder meer vergunningen voor een bepaalde duur af te geven.

• Soesters en Soesterbergers die dat willen, hebben de mogelijkheid in de eigen wijk oud te worden. De gemeente maakt daartoe zo nodig bijvoorbeeld ook meergeneratie- en mantelzorgwoningen mogelijk. De gemeente stimuleert de ontwikkeling van projecten voor wonen en zorg. Voorbeelden zijn woonvormen voor dementerenden en begeleid zelfstandig wonen van licht verstandelijk gehandicapten en daarvoor in aanmerking komende GGZ-cliënten.

• Initiatieven waarbij bijvoorbeeld buurten, verenigingen, bedrijven en kerken met elkaar alledaagse zorg voor ouderen en zieken in hun eigen omgeving organiseren, worden waar mogelijk door de gemeente ondersteund.

 

Mantelzorgers ondersteunen

Veel mensen zorgen graag voor elkaar, maar als het gaat om mantelzorg is dat vaak niet vrijwillig: men kiest er veelal niet voor en men kan er ook niet zo maar mee stoppen; het is een grote verantwoordelijkheid. Vaak ziet men zichzelf ook niet als mantelzorger, maar als partner, kind, familie of vriend(in). In communicatie en beleid dient hiermee rekening te worden gehouden. Daarbij speelt dat mantelzorg zwaar kan zijn. Dagopvang en respijtzorg (de zorg van de mantelzorger wordt tijdelijk overgenomen) in de gemeente moet op orde zijn zodat mantelzorgers van tijd tot tijd even op adem kunnen komen. De gemeente staat naast de mantelzorgers en faciliteert ze, bijvoorbeeld door individuele coaching en training. Specifieke aandacht is er voor de jonge mantelzorger. Vaak zijn zij beperkt in hun mogelijkheden een eigen leven op te bouwen, kunnen geen leeftijdgenootjes ontvangen of op sport gaan. Belangrijk is hen waar mogelijk te ondersteunen. Het bieden van laagdrempelige trefpunten en goede voorlichting is belangrijk. Zo nodig wordt de expertise op dit terrein binnen de gemeente uitgebreid. Het is belangrijk te onderzoeken hoe mantelzorgers kunnen worden ondersteund, of degene waarvoor men zorgt nu in onze gemeente woont of niet. Het is belangrijk dat werkgevers rekening houden met andere taken die werknemers naast hun werk in het leven hebben, zoals vrijwilligerswerk of zorgtaken.

Dit betekent concreet:

• Mantelzorgers krijgen gratis cliënt-ondersteuning als belangrijke steun in de rug.

• Gestimuleerd wordt dat de mantelzorger of andere ondersteuners een vaste positie bij het keukentafelgesprek krijgen.

• De gemeente geeft blijk van haar waardering voor mantelzorgers door het mantelzorgcompliment te behouden.

• De gemeente zorgt voor een mantelzorgvriendelijk woonbeleid bijvoorbeeld door het versoepelen van regels met betrekking tot tijdelijke mantelzorgunits.

• Initiatieven als het opzetten van een respijthuis mantelzorg in Soest, worden ondersteund door de gemeente. • Het steunpunt Mantelzorg wordt uitgebreid als dit nodig is.

• Bij de ondersteuning wordt speciale aandacht gegeven aan de groep jonge mantelzorgers.

• De gemeente werkt eraan op korte termijn een “mantelzorgvriendelijke gemeentelijke organisatie” te zijn en stimuleert ondernemers in de gemeente dit ook te worden.

 

Iedereen betrekken, van jong tot oud

Een toenemend probleem is dat mensen het gevoel hebben er niet meer bij te horen. Men mist het kopje koffiedrinken bij de buren, men kan zelf lastig de deur uit, als men ouder wordt zijn leeftijdgenoten soms weggevallen, familie woont niet altijd dichtbij. Het gevoel er alleen voor te staan komt in alle leeftijdscategorieën voor, waarbij onze ouderen de grootste groep vormt. Wij willen bestaande maatschappelijke en sociale verbanden versterken. Belangrijk is inwoners te stimuleren om sociale contacten op te bouwen en te blijven onderhouden alsmede hiervoor mogelijkheden te bieden. Vooral voor ouderen is dit belangrijk, mede omdat bij hen de kring van familie, vrienden en kennissen eerder kleiner dan groter wordt.

Het CDA vindt het belangrijk dat de gemeente ontmoeting in de wijken stimuleert en zo nodig ondersteunt. Locaties en/of gebouwen moeten hier wel geschikt voor zijn. Het bereikbaar maken van voorzieningen door inzet van bijv. buurtbussen en toegankelijk openbaar vervoer draagt hieraan bij. De vergrijzing van de bevolking heeft gevolgen voor het gemeentelijke zorgbeleid. Om goed voorbereid te zijn op de toekomst gaat de gemeente in overleg met ouderenorganisaties als PCOB, KBO en COSBO, om te horen wat belangrijk is voor de zorg van later.

Een speerpunt daarbij is omgang met dementie. Uitgangspunt is daarbij in te zien dat “de oudere” niet bestaat.

Dit betekent concreet:

• Er komt een brede gemeentelijke aanpak van eenzaamheid.

• Projecten van (vrijwilligers) organisaties die gericht zijn op het elkaar ontmoeten van mensen voor wie dat lastig is geworden, worden gesteund.

• “Seniorvriendelijk beleid” wordt ontwikkeld op terreinen van bijvoorbeeld wonen en bereikbaarheid.

• De gemeente wordt zo ingericht dat mensen met dementie zo lang mogelijk kunnen meedoen in de samenleving en daarom worden projecten gesteund die bijdragen aan een dementievriendelijke gemeente.

• Een goed toegankelijk loket biedt alle informatie over voorzieningen rond zorg, wonen en welzijn en ouderen.

• Om ontmoeting te faciliteren onderzoekt de gemeente of basisscholen, die goed verspreid liggen in de wijken, een wijkfunctie kunnen krijgen om sociale samenhang te bevorderen in de wijk. Uiteraard mag dat niet ten koste gaan van de onderwijsfunctie.

• Een portefeuillehouder ouderen in het college brengt samenhang in de aanpak van vraagstukken die ouderen in de gemeente raken.

Armoede bestrijden

Armoede leidt ertoe dat mensen financieel in de problemen kunnen komen, maar vaak ook op andere terreinen problemen tegenkomen, zoals een slechtere gezondheid, een lagere deelname aan sport- of andere verenigingen en een grotere kans op een sociaal isolement. Mensen met een laag inkomen of een uitkering verkeren dan ook vaak in een situatie die zij zelf ook niet wensen. Men is in eerste instantie zelf verantwoordelijk om een inkomen te verwerven. Als als dat niet lukt moet er voldoende financiële ondersteuning zijn. Er zijn regelingen waar men dan gebruik van kan maken, maar deze regelingen zijn niet altijd even bekend. Goede, toegankelijke en begrijpelijke informatie over dergelijke regelingen is dan ook van groot belang.

Dit betekent concreet:

• De gemeente voert een ruimhartig schuldsaneringsbeleid en steunt financiële en praktische initiatieven die voorkomen dat mensen in de schulden raken of hen helpt er weer uit te komen. Een goed voorbeeld is SchuldHulpMaatjes.

• Faciliteiten om armoede onder kinderen tegen te gaan, worden in een kindpakket samengevat zodat overzichtelijk is welke faciliteiten ten goede komen aan kinderen. De Stichting Leergeld heeft hierin een belangrijke rol.

Geld voor zorg goed besteden

De opgave voor de gemeente Soest is om goede zorg te leveren voor het bedrag dat ze daarvoor beschikbaar heeft. Voor ons is het uitgangspunt: ‘Rijksgeld bestemd voor de zorg wordt besteed aan zorg’. Innovaties kunnen de kwaliteit van zorg verbeteren. Het is daarom zaak om eventuele overschotten deels in te zetten voor innovatie in de zorg en het resterende deel toe te voegen aan de reserve voor het sociaal domein. Daarmee kan straks ook echt voor minder geld goede zorg worden geleverd, maar kunnen onverhoopte tegenvallers toch worden opgevangen.

Dit betekent concreet:

• Geld voor het sociaal domein blijft behouden voor het sociaal domein.

• De bestaande financiële reserve sociaal domein van 2 miljoen blijft bestaan om tegenvallers op te vangen en verbeteringen in het sociaal domein te kunnen realiseren.

• Een klein deel van het zorggeld kan gestoken worden in een Innovatiefonds bestemd om vernieuwende ideeën in de zorg op gang te helpen.

• De gemeente voert waar het kan regie, in samenwerking met onder andere zorgverzekeraars en zorgkantoren, om gebeurtenissen zoals in Soesterberg rondom de Heybergh te voorkomen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.