10 oktober 2006

Binnenkort beslissing over overheidssteun voor Spoorzoneproject in Deurne

Afgelopen donderdag maakte Corien Jonker (Maarheeze), kamerlid voor het CDA,  kennis met het voltallige college van Deurne. Dit bezoek maakt onderdeel uit van een rondgang door de hele regio Zuidoost-Brabant, waarin Jonker de verschillende prioriteiten binnen de gemeenten bespreekt en actiepunten meeneemt naar Den Haag.

Voor Deurne stond als prioriteit de realisatie van het project Spoorzone op het programma. Uitgebreid is er gesproken over de geplande ingrijpende wijzigingen rondom het station tussen Deurne en de St Jozef Parochie. Het totale kostenplaatje bedraagt 20 miljoen; o.a. voor het verplaatsen van bedrijven, het aanleggen van infrastructuur en bodemsanering. De gemeente heeft hiervoor bij het Rijk een aanvraag ingediend van 5 miljoen. Binnenkort wordt de beslissing genomen of Deurne hiervoor in aanmerking komt.

 

 

Naast het project Spoorzone is gesproken over het nieuw te realiseren concentratiegebied van 160 ha glastuinbouw, waarmee onder meer geïnvesteerd kan worden in natuurontwikkeling. In dit kader bracht de gemeente tevens de problemen rondom huisvesting van tijdelijke (buitenlandse) werknemers aan de orde. Zij verwacht de komende jaren een toename van deze werknemers en wil dit op een ordentelijke manier kunnen faciliteren. Een landelijke regeling belemmert momenteel een goede invulling hiervan.

Aansluitend aan het gesprek met het College, bezocht Jonker met een afvaardiging van het CDA Deurne, waaronder wethouder Henk Kerkers, fractievoorzitter Iwan Gijsbers en voorzitter Leo Cuijpers peuterspeelzaal Op Stap. Daar spraken zij met hoofdleidster en professionele kracht Millie Flink en Willem Buiter namens het bestuur en tevens lid van de werkgroep “Professionalisering Peuterspeelzaalwerk” over de extra ontwikkelingskansen die een peuterspeelzaal voor kinderen in de leeftijd van twee en drie jaar biedt. Achterstanden zouden al vroegtijdig onderkend en voorkomen kunnen worden als meer kinderen hieraan zouden deelnemen. Vooral voor kinderen met een niet Nederlandstalige achtergrond zou dit betekenen dat op een heel natuurlijke manier hun taalachterstand aan het begin van de basisschool sterk zou zijn teruggebracht. Ook werd gesproken over de mogelijke rol die de landelijke overheid zou kunnen vervullen in de vorm van wetgeving voor aansluiting bij het regulier basisonderwijs om daarmee de deelname van kinderen aan het peuterspeelzaalwerk verder te vergroten.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.