04 oktober 2016

Cliëntervaringsonderzoek: Zorg moet beter, geen zesjesmentaliteit!

Op woensdag 28 september 2016 vond de commissie Samenleving plaats. Op de agenda stond het cliëntervaringsonderzoek. De volgende kritische bijdrage heeft de fractie geleverd.

Het CDA is ontevreden over de door de wethouder gepresenteerde resultaten. De ervaring met de toegang, kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning en effect op de zelfredzaamheid worden gewaardeerd met een cijfer tussen de 6 en 7. Gezien de positieve bewoordingen die de wethouder in onze vorige vergadering overhad voor dit onderzoek lijkt er binnen het college sprake te zijn van een zesjesmentaliteit, waar wij ons als CDA niet bij kunnen aansluiten, zeker niet als het gaat om de zorg voor de zwakkeren in de samenleving. Dit moet echt beter!

Als we het cliëntervaringsonderzoek nader bekijken zien wij dat slechts 50% van de respondenten van mening is dat de Wmo- consulent voldoende deskundig is om een hulpvraag in kaart te brengen. We zouden dus hetzelfde resultaat bereikt hebben door in plaats van een Wmo-consulent te sturen de kop-of-munt methode toe te passen.

Vervolgens geeft nog geen 45% van de respondenten aan dat het gesprek geleid heeft tot een ondersteuningsaanbod dat een oplossing biedt voor de hulpvraag. Dit is een bedroevend resultaat te noemen. Het feit dat voorzieningen als hulp bij het huishouding, woningaanpassingen , de taxbus en begeleiding bij het zelfstandig wonen en structuur aanbrengen volgens het onderzoek relatief vaak een onvoldoende krijgen onderstreept nog eens dat er veel werk aan de winkel is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat maar liefst 143 van de 403 respondenten tips en opmerkingen geplaatst heeft, en het is wat ons betreft zaak om iedere opmerking te wegen en waar nodig actie te gaan ondernemen. Onder de opmerkingen valt ons op dat maar liefst 37 personen aangeeft dat ze te weinig uren huishoudelijke hulp krijgen, dit is een kwart van de mensen die de moeite heeft genomen iets te melden. Zelfs als ik naar de totale groep respondenten kijk is dat maar liefst 10%.

Ook wijzen de opmerkingen ons er op dat de eigen bijdrage als te hoog ervaren wordt, en uit het onderzoek blijkt zelfs dat er hierdoor in sommige gevallen sprake is van zorgmijding. Dit is een hoogst onwenselijke situatie, waar wij wat het CDA betreft direct mee aan de slag moeten. De verwijzing naar de website van het CAK waarop een rekenprogramma te vinden is om de eigen bijdrage te berekenen en afwijking van het beleid op basis van een hardheidsclausule zijn wat ons betreft volstrekt onvoldoende. Het mag als algemeen bekend veronderstelt worden zijn dat veel ouderen niet bedreven zijn in het gebruik van een computer en wij vragen ons af of de wethouder zich op dit punt wel kan verplaatsen in de doelgroep. Aangezien het hier bovendien een groep mensen betreft die opgegroeid zijn met de boodschap hard te werken en niet te klagen zullen zij uit zichzelf niet snel een cliëntondersteuner om hulp vragen of een beroep doen op de hardheidsclausule. Wat ons betreft verdient deze hele groep het om gewoon van hun oude dag te kunnen genieten zonder al deze door het college in leven geroepen hobbels.

Wij willen de wethouder tenslotte nog de suggestie meegeven om te onderzoeken of het mogelijk is om in Deurne een afgifteloket voor hulpmiddelen te realiseren en keuringen in Deurne plaats te laten vinden. Veel zorgbehoevenden hebben namelijk geen auto en moeten hiervoor dus door weer en wind met de scootmobiel naar Helmond. Deze mensen leven vaak van een AOW- of andere uitkering en hebben geen financiële ruimte om met de taxi te gaan. Deze situatie is in onze ogen zeer onwenselijk.

Jeugdzorg:

Tijdens een door ons georganiseerde bijeenkomst waarin vertegenwoordigers van belangenorganisaties, zorgaanbieders en zorgvragers aanwezig waren werd opgemerkt dat informatie die aan de Raad verstrekt wordt vaak vertroebeld is en soms geen weergave vormt van wat er werkelijk gebeurd is. Dit is een ernstig verwijt dat hier echter bevestigt lijkt te worden. Het door de wethouder voorgelegde cliëntervaringsonderzoek wordt namelijk bekroont met een rapportcijfer 8.7 terwijl in de samenvattende rapportage bijeenkomsten jeugdzorg dusdanige opmerkingen en aanbevelingen te lezen zijn dat er sprake lijkt te zijn van een andere gemeente.

Zo is er sprake van een gebrek aan strategie en visie en wordt de samenwerking op sommige punten als problematisch ervaren. Of dit een voorbeeld is van de in de rapportage genoemde spanning tussen ambtelijke en bestuurlijke opvattingen blijft voor ons slechts gissen. Om de kaderstellende en controlerende rol van een raadslid uit te kunnen oefenen is het noodzakelijk dat we kunnen vertrouwen op de door de wethouder verstrekte informatie en we vragen de wethouder dan ook met klem om in gesprek te gaan met de ambtelijke organisatie om de kou op dit punt uit de lucht te helpen. Hiernaast is het noodzakelijk om in gesprek te gaan en/of blijven met het zorgveld om samen tot een breed gedragen strategie en visie te komen.

Als aanvullende suggestie willen wij de wethouder meegeven om een stevige lobby te gaan voeren voor de Deurnese instelling Bijzonder Jeugdwerk. Deze instelling is na doorvoering van enorme budgetkortingen dusdanig in de liquiditeitsproblemen gekomen dat haar continuïteit op het spel staat. Er is de laatste jaren sprake van een stijging in de zorgvraag van 5%. Dit betekent dat 1 kind per dag in de regio niet geplaatst kan worden. Gevolg zijn wachtlijsten en het leuren met kinderen. Dit is een hoogst onwenselijke situatie en het wordt tijd dat iemand hierin actie onderneemt. Onze gemeente is wat ons betreft de aangewezen instantie om dit probleem onder de aandacht te brengen omdat Bijzonder Jeugdwerk in onze gemeente gevestigd is en ons hiermee ook werkgelegenheid biedt.

Theo van der Linden en Riny Berkvens

Burgercommissieleden

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.