12 augustus 2016

Raadsvragen n.a.v. malversaties bij CCD

Naar aanleiding van de berichtgeving van de wethouder inzake de stand van zaken bij het Cultuurcentrum heeft de fractievoorzitter Leo Cuijpers de volgende vragen gesteld:

Vraag

Op 4 augustus 2016 werden wij middels Raadsinformatiebrief (RIB-MB-1602) opnieuw geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot het Cultuur Centrum Deurne. Wij begrijpen uit deze RIB dat de vermeende malversaties van de voorzitter van het Cultuur Centrum Deurne een bedrag van 20.000 euro betreffen, wat uit een onderzoek van de registeraccount naar voren is gekomen. Op 25 november 2014 is in de raad het raadsbesluit genomen "Kaderstelling exploitatie Cultuurcentrum Deurne" door een meerderheid van de raad. Wij hebben destijds tegen het voorstel gestemd omdat het door ons ingediend amendement waarin de ambitie met een hoger bedrag aan subsidie, boven gemeenschapshuizen niveau zou uitstijgen om ongewenste concurrentie met gemeenschapshuizen te voorkomen en anderzijds een bredere integratie van partciperende cultuurpartijen tot stand moest brengen, niet door de raad is aangenomen. Het amendement hebben we voor de compleetheid bijgevoegd.

In de betreffende kaderstelling (onderdeel 4 van het raadsvoorstel) is een complete paragraaf (4. Het stichtingbestuur kent een brede samenstelling) opgenomen die beschrijft waaraan een te vormen bestuur moet voldoen. Hierin wordt aangegeven dat de verantwoordelijke rol van de stichting groot is, wat eisen stelt aan de samenstelling van het bestuur. Logisch gezien het bestuur verantwoordelijkheid krijgt over een subsidiebedrag van 663.600 euro m.i.v. 2015 (zie 9.3 Financieel kader van het raadsvoorstel). Het raadsvoorstel geeft aan dat: "het 'raadzaam is als onderdeel van de kaderstelling een vorm van 'kwaliteitsborging' te organiseren. Een prima instrument daarvoor is Governance Code Cultuur. De code beschrijft specifiek voor de cultuursector in Nederland richtlijnen voor en praktische afspraken over het inrichten en functioneren van het bestuur. Een stichting heeft de voorkeur en in een nadere beoordeling daarvan met name in vergelijking met een vereniging die een democratische gehalte heeft zal in een aanvullende RIB worden uitgewerkt. Ook zal daarin worden ingegaan op meer gedetailleerde zaken rond het bestuur".

Het vervolg:

In RIB-NL-1455 informeert u ons over de werving van de bestuursleden en de advertentie die geplaatst zal worden.Op 20 februari 2015 worden we met RIB-NL-1504 geïnformeerd dat er 10 bestuur kandidaten zijn geworven. Namen worden in de RIB en bijgevoegde persbericht nog niet genoemd.Op 30 april 2015 volgt RIB-NL-1518 die tegelijkertijd komt met onze raadsvraag RV-1520 over o.a. of er al een stichting is gevormd en wie daarin zitting nemen en wat de stand van zaken is. In RIB 1518 krijgen we te horen dat er hard gewerkt wordt en er nog geen stichting is gevormd. Wel is het bestuur i.o. hard bezig de plannen uit te werken zonder dat de namen bekend worden gemaakt in deze RIB of het bijgaande persbericht van het bestuur i.o.Op 16 juni 2015 volgt een presentatie van het nieuwe bestuur, de vorm en wie er zitting hebben in de de verschillende onderdelen.

De "Governance Code Cultuur" is opgebouwd uit 9 principes (zie www.governancecodecultuur.nl) waar we van uit gaan dat deze bij u inhoudelijk bekend zijn.

Naar aanleiding van het voorgaande en de ontvangen RIB-MB-1602 hebbben we de volgende vragen:

1. In het raadsvoorstel is aangegeven dat we uitwerking zouden krijgen waarom een keuze voor het stichtingmodel voorkeur heeft boven een vereniging die een meer democratische gehalte heeft. Waarom hebben we deze nooit ontvangen?

2. Er is een lange tijd nodig geweest om invulling te geven aan het stichtingsbestuur (november 2014 - juni 2016) alvorens de namen bekend zijn gemaakt aan de raad dmv een presentatie in de commissie R&E.

Wat heeft de verantwoordelijke wethouder gedaan om een bekwaam bestuur aan te stellen?Zijn de bestuurders getoetst op een verklaring omtrent gedrag (VOG)?Zo ja, wat is daarvan de uitkomst geweest?Zo nee, waarom heeft u hierop niet getoetst?Is er een verklaring van het bureau van Kredietregistratie (BKR) aangevraagd voor de kandidaat bestuurders?Zo ja, wat is daarvan de uitkomst geweest?Zo nee, waarom heeft u hierop niet getoetst?

3. Heeft er na de eerste melding over de vermeende malversaties en het ontslaan van de voorzitter hoor en wederhoor plaats gevonden? Zo ja, wat is hier uitgekomen en zo nee, waarom niet?

4. De Governance code cultuur beschrijft expliciet hoe er gehandeld dient te worden op basis van de 9 principes:

Voor welk besturingsmodel is gekozen: raad-van-toezicht model of het bestuurs-model en welke moverende redenen hebben hierin de doorslag gegeven?Er dienen statuten en reglementen te zijn. Graag zouden wij deze ontvangen.Hoe is de risicobeheersing ingericht, toezicht en financiele controle?Uit de RIB blijkt dat een register accountant is ingezet n.a.v. de vermeende malversaties. Conform de Governance code cultuur dient jaarlijks een financieel verslag door een register accountant op te worden gemaakt. Gezien de stichting gestart is op 1 september 2016 (officiële opening CCD) welke afspraken waren hierover al gemaakt met een registeraccountant door de stichting?De voorzitter en penningmeester zijn volgens de code strict gescheide functies. Welke afspraken zijn er gemaakt over de rol en de taken van de bestuursleden bij de oprichting van de stichting?

5. In achtereenvolgend de raadsinformatiebrieven: RIB-NL1638 (12 juli 2016) en RIB-MB-1602 (4 augustus 2016) spreekt u telkens over: "De gemeenteraad stelde eind 2014 de kaders vast waarbinnen de exploitatie van het Cultuurcentrum moet plaatsvinden en waarbij de gemeente een rol op afstand heeft.". Dit klinkt in onze oren als of enige verantwoordelijkheid over de gang van zaken bij het CCD niet bij het college kan worden neergelegd. Dat snappen we als het om het handelen van het bestuur gaat. Wij zijn echter van mening dat de expliciete opdracht uit het raadsvoorstel om zorgvuldig een stichtingsbestuur te vormen wel uw verantwoordelijkheid heeft. Wij horen graag van u of u deze mening met ons deelt en indien niet waarom niet?

Namens de CDA fractie

Leo Cuijpers, fractievoorzitter

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.