24 mei 2023

Art. 41 vragen: wijziging bestemmingsplan benzinepomp

Naar aanleiding van de huidige ontwikkelingen bij het leegstaande pompstation op de hoek
Bodemanstraat / Loosdrechtseweg, heeft het CDA Hilversum de volgende vragen inzake de
mogelijkheid tot wijziging van bestemmingsplannen.

1. Vanuit omwonenden is het bericht tot ons gekomen dat er voorbereidingen in gang gezet zijn om
het pompstation op de hoek Bodemanstraat / Loosdrechtseweg mogelijk opnieuw in gebruik
genomen gaat worden. Klopt dit?

2. Het mogelijk heropenen van dit pompstation wordt door omwonenden als niet wenselijk
ervaren, aangezien er al een groot aantal pompstations in Hilversum zuid zitten en niemand dit
station de afgelopen jaren heeft gemist. Wat is de noodzaak dat dit pompstation toch weer
opnieuw in gebruik genomen wordt?

3. In de afgelopen 3 jaar is een nieuwe situatie ontstaan. De Bodemanstraat wordt vele malen
intensiever bezocht door klanten van de AH. Nu ook nog een ‘goedkope’ pomp zal een
aanzuigende werking hebben en de druk laten toenemen. Daarbij nemen gevaarlijke situaties
toe. Hoe past het opnieuw openen van een pompstation in een visie op leefbare woonwijken?

4. In de buurt leefde de veronderstelling dat indertijd met de gemeente heel duidelijk afgesproken
is dat als de uitbaatster van de BP zou vertrekken, de vergunning niet meer vrijgegeven zou
worden. Wat is de reden dat hier niets mee is gebeurd?

5. Als we als raad alsnog tot wijziging van bestemming willen over gaan, wat is hier dan de
procedure voor en wat zijn de mogelijke consequenties van het wijzigen van dit
bestemmingsplan?

6. Is het mogelijk de vergunning voor dit pompstation te beperken tot electrisch (snel)laden?

7. Om te voorkomen dat we vaker in dit soort situaties terecht komen, op welke manier kunnen we
als raad actief regie nemen op herbestemming van bestaande plekken waar we in algemene zin
graag een andere bestemming zien?

Olaf Streutker, CDA Hilversum

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.