28 september 2017

Binnenstad 2017 / 2

Een aantrekkelijke binnenstad als economische motor van Hilversum. Deel 2.
In het eerste deel hebben we uitgelegd waarom het CDA van mening is dat het streven naar een aantrekkelijke binnenstad van levensbelang is voor Hilversum en hoe wij daar ook aan bijdragen. Actieve deelname aan het besluitvormingsproces, zorg voor sociale cohesie en steun voor behoud van cultureel erfgoed zijn daar voorbeelden van. In dit deel belichten we aanvullend nog drie aspecten die essentieel zijn om ons doel te bereiken.
 
City marketing
Economische redenen hebben steden ertoe aangezet meer te gaan redeneren vanuit een investeerders- en ondernemersoptiek. Hilversum is daar in niet uniek. Concurrentie tussen gemeenten om bedrijven aan te trekken en daarmee leegstand van winkel- en bedrijfsruimte te voorkomen, is intens. Een tweede doelgroep zijn bezoekers, gekwalifiseerd personeel en bewoners die nodig zijn om de economie in stand te houden.
Om zich te kunnen onderscheiden, wordt net als in het bedrijfsleven, naar het magische medium “marketing” gegrepen. City marketing, wel te verstaan.
Het begrip marketing wordt nog al eens verward, of anders op één hoop gegooid, met verkoop of publiciteit. City marketing moet een beschreven filosofie of proces zijn dat ten grondslag ligt aan stedelijk management.  Gemeenten zien city marketing nog altijd als instrument om toeristen te trekken, zo blijkt uit onderzoek van Necker van Naem en Binnenlands Bestuur.
Ook Hilversum heeft nu een slogan dat zeer uiteenlopende doelstellingen nastreeft. Het moet bezoekers naar Hilversum lokken, de bewoners trots maken en een knipoog zijn naar de hier gevestigde media. “We Hliversum here”.  “So what”, zullen potentiële bezoekers denken, als ze het al begrijpen. En wat betreft die knipoog naar de media; in het tijdschrift De Zaak vond ik een zeer toepasselijke slogan: “Hilversum, goed bekeken”, waarvan de bedenker mij onbekend is.
City marketing varieert van reclamecampagnes ter promotie van de stad tot het daadwerkelijk verbeteren van de stedelijke kenmerken zoals woningbouw of infrastructuur. Sommige steden zetten in op hun aantrekkelijkheid voor toeristen en anderen richten zich op het creëren van werkgelegenheid. Om hier in succesvol te zijn, moet het duidelijk zijn wie we zijn, wat we willen bereiken en waar we over een aantal jaren willen staan? En, op welke wijze kan je dat het beste met de inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties bereiken? Het proces ziet er als volgt uit;
 
Stap 1. Identificeer de doelgroep(en); investeerders, toeristen, inwoners, type bedrijven, vastgoed ontwikkelaars, onderwijsinstellingen en/of specifieke dienstverleners.
Stap 2. Inventariseer de sterke punten van de stad; cultuur, kwaliteit van leven, ondernemingsklimaat, human capital, sociale cohesie en /of infrastructuur.
Stap 3. Stel Key Performance Indicators vast om jaarlijks vooruitgang te kunnen meten en prioriteiten zonodig bij te stellen.
Stap4. Bepaal welke marketing middelen voor het bereiken van de gestelde doelen het meest geschikt zijn; digitale- of gedrukte media, seminars, evenementen en /of direct contact met specifieke partijen.
Stap 5. Zorg voor financiering voor de lange termijn.
 
Hier ligt nog een schone taak voor Hilversum’s bestuur, bedrijfsleven en bewoners.
 
Bereikbaarheid.
Bereikbaarheid en mobiliteit kunnen een doel op zich zijn, maar kan ook in het kader van city marketing een essentiële bijdrage leveren aan een sterke economie, gezondheid en ruimtelijke kwaliteit. Het streven moet daarbij zijn om de verschillende soorten vervoer zoals voetganger, fiets, auto en OV met elkaar in balans te brengen.
Hilversum heeft wat betreft breikbaarheid een slecht imago. Bij het budget voor 2017 heeft de gemeente zich dan ook de volgende opgave gesteld; Hilversum wil een goed bereikbare stad zijn, waarbij de verkeersveiligheid altijd prioriteit zal hebben. Dat geldt voor doorstroming in de stad, maar zeker ook de externe bereikbaarheid in het kader van de MIRT metropoolregio Amsterdam.
Uit het sterprogramma Centrum zijn een aantal projecten bijna voltooid; de Emmastraat, het Gooilandplein en de Groest-Zuid. Eén van de grootste projecten ooit ondernomen in Hilversum ligt nog voor ons. In de planvorming voor het stationsgebied wordt gewerkt aan de verbetering van de bereikbaarheid van het centrum. Dat betreft het gebied rond het station, de Beatrixtunnel, Schapenkamp en de kleine spoorbomen. Ontwikkelingen waar het CDA zeker positief tegenover staat. Het zou fijn zijn wanneer in dit kader ook een oplossing gevonden kan worden voor het Achterom dat nog steeds een flessenhals vormt voor het verkeer vanuit zuidelijke richting naar het centrum.
Fietsverkeer neemt terecht een steeds belangrijkere rol in. Fietsparkeren begint echter problematisch te worden. Het CDA maakt zich daarom sterk om op korte termijn voorzieningen te treffen voor zowel ondergronds parkeren als op het maaiveld.
 
Horeca- en winkelaanbod.
 
Om aantrekkingskracht te creëren voor een stad, moet je iets unieks te bieden hebben. Dat kan een uniek gebouw of architectuur zijn, een uniek evenement of een unieke lokatie. Veel steden hebben hun enerie gestoken in het opwaarderen van het horeca- en winkelaanbod. Met de opening van het gerenoveerde Hilversthof volgt Hilversum deze trend. Maar hoe uniek zijn we met deze verbetering geworden in vergelijking met, bij voorbeeld, Amstelveen? Ook de kwaliteitswinkels die bezoekers van buiten trokken, zijn uit het straatbeeld verdwenen. Feeterse kristal & porselein en Gielen lederwaren zijn verleden tijd. We hebben nu Action en SoLow. McGregor heeft plaatsgemaakt voor Primark. Pareltjes als Oldenhof moeten we daarom koesteren en diversiteit nastreven.
In combinatie met het nieuwe marktplein zijn Vida en Mout positieve ontwikkelingen op het gebied van horeca-aanbod. We moeten er in Hilversum wel op toezien dat kwantiteit niet de overhand krijgt over kwaliteit. Voor een kwalitatief goed restaurant komen mensen graag terug, ook van buiten Hilversum. Daar zullen we het toch van moeten hebben want de Hilversumse Euro kan maar één keer uitgegeven worden.

Louis Patist

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.