Wonen en ruimte

Het leven in Zeeland is goed. Er is rust en ruimte, veel natuur, levendige dorpen en steden en de woningmarkt is niet zo ver doorgeslagen als in de Randstad.

Tegelijkertijd is de opgave op het gebied van wonen groot. Er moet meer gebouwd worden. Jonge mensen die in Zeeland willen (komen) werken moeten namelijk wel een woning kunnen vinden. De provincie moet voortrekker zijn van regionale samenwerking en afstemming tussen gemeentes. Hiervoor is een gezamenlijke woonagenda opgesteld, waarin met name een voldoende en gedifferentieerd aanbod wordt bepleit. CDA Zeeland wil de komende jaren langs deze lijn doorwerken.

Betaalbare koopwoningen kunnen Zeeland aantrekkelijker maken dan andere provincies.

Dat betekent dat er de komende jaren minimaal 20.000 woningen gebouwd moeten gaan worden in Zeeland, waarvan een aanzienlijk deel voor jongeren. Betaalbare koopwoningen kunnen Zeeland aantrekkelijker maken dan andere provincies, maar er is ook een breed en divers aanbod aan huurwoningen nodig. Datzelfde geldt – niet in het minst voor de doorstroming op de woningmarkt – voor seniorenwoningen, in verschillende vormen. Zoals levensloopbestendige woningen, kangoeroewoningen en knarrenhofjes. Hierbij is het ook belangrijk om rekening te houden met het feit dat ouderen steeds langer in hun eigen huis blijven wonen, mede vanwege stijgende zorgkosten en landelijk beleid. Dit vraagt meer van de thuiszorg en de wijkverpleging. Door woonvoorzieningen voor ouderen te clusteren, kunnen ouderen elkaar helpen en kan de zorg aan huis efficiënter worden georganiseerd.

Wonen en zorg worden nog te veel als aparte onderwerpen gezien, maar het is noodzakelijk om deze twee zaken te combineren door woon- zorgvoorzieningen te concentreren. In onder meer Oostburg wordt hier reeds werk van gemaakt.

Er moet aandacht zijn voor herstructurering. In veel dorpen en steden zijn wijken in de jaren ‘70 van de vorige eeuw gebouwd. Om de huizen duurzamer te maken en het wooncomfort te verbeteren, moet er geïnvesteerd worden in deze huizen. Het instrument PIW (Provinciale Impuls Wonen) blijft wat CDA Zeeland betreft overeind met minimaal 2 miljoen per jaar aan budget. Waarbij het instrument zich alleen nog richt op het opknappen en herstellen van woningen. Herstructurering kan ook gaan om het ombouwen van andere panden (zoals kantoorpanden) naar woningen. Dit kan een snelle manier zijn om meer woningen te realiseren. Wel zal er subsidie moeten zijn voor de onrendabele top, zoals dat ook nu het geval is.

In de stedelijke gebieden is uitbreiding te realiseren, maar ook in de dorpen is (kleinschalige) uitbreiding, met oog voor het behoud van het dorpse karakter, noodzakelijk voor jongeren die graag willen terugkeren naar of blijven in het dorp waar ze zijn opgegroeid. Buitenstedelijk bouwen kan daarnaast zowel goedkoper als sneller zijn. Om Zeeland aantrekkelijk te houden voor jonge mensen, zijn ook goede voorzieningen op het gebied van horeca, sport en evenementen belangrijk.

Een aparte categorie is wat CDA Zeeland betreft de huisvesting van arbeidsmigranten. Bedrijven met veel seizoensarbeiders (bijvoorbeeld in de fruitteelt) moeten de mogelijkheid krijgen op eigen terrein kwalitatief goede huisvesting te ontwikkelen, net als bedrijven (zoals kassencomplexen) die veel buitenlandse werknemers hebben. Voor expats dient de hotelcapaciteit op orde te zijn, evenals voldoende huurappartementen. CDA Zeeland ziet hierin een rol voor het expatcentrum, dat werknemers van buiten Zeeland helpt om hun weg te vinden in Zeeland. Al deze aantallen komen bovenop de genoemde 20.000 woningen.

Bedrijven met veel seizoensarbeiders moeten de mogelijkheid krijgen op eigen terrein kwalitatief goede huisvesting te ontwikkelen.

De demografische ontwikkeling van Zeeland is uitdagend. Zeeland groeit, wat belangrijk is om de voorzieningen overeind te houden. De aanwezigheid van veel toeristen maakt dat meer voorzieningen behouden kunnen worden.Tegelijk is een balans tussen ruimte voor toerisme en belangen van eigen inwoners erg belangrijk.

Via het programma leefbaarheid als met Europese middelen uit Leader (plattelandsontwikkelingsprogramma) kan daadwerkelijk geïnvesteerd worden in bijvoorbeeld wandelroutes, fietsroutes, het ombouwen van dorpshuizen naar een brede voorziening, enzovoorts.

Het Kavelruilbureau Zeeland is een gewaardeerd en nuttig instrument. Het maakt projecten mogelijk, stimuleert een duurzamere landbouw, helpt bij het realiseren van het natuurnetwerk en levert kennis van grond, de grondbank en alles wat er mee te maken heeft. CDA Zeeland wil dat de grondbank minimaal 1500 hectare bevat. Daarnaast wil CDA Zeeland dat er een instrument wordt ontwikkeld om te voorkomen dat gronden, met name in Zeeuws-Vlaanderen, in handen komen van kapitaalkrachtige partijen die minder het Zeeuwse landbouwbeleid steunen. Waardoor voor Zeeuwse boeren minder ruimte voor ontwikkeling is.

Dit alles maakt dat CDA Zeeland vindt dat er een visie op het platteland moet komen, waarin vragen beantwoord worden als: waar willen we welke natuur? Waar is ruimte voor ontwikkeling? Waar willen we bestendigen? In de komende periode zal de Omgevingsvisie worden herzien, waarin deze discussie via participatie een plek moet krijgen. CDA Zeeland vindt een aantal zaken belangrijk: het tegengaan van leegstand op het platteland, natuur clusteren en het investeren in fiets- en wandelpaden en veel leuke bezoekplekjes (al dan niet privaat ontwikkeld).

Tegelijk zijn een aantal zaken onlangs vastgelegd, zoals de Zeeuwse Kustvisie en de Gebiedsvisie Veerse Meer. Voor CDA Zeeland zijn die kaders ook de komende periode leidend.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.