27 juni 2023

Achterkamertjespolitiek

Nederlandse gemeenten overtreden massaal de wet door hun gemeenteraad achter gesloten deuren te informeren. Naast openbare raads- en commissievergaderingen onderhouden ze een achterkamertjescultuur, omdat het prettig voelt ook buiten het oog van de camera te praten. Even geen priemende ogen van de burgers. Voor de overheid gelden strenge regels met betrekking tot openbaarheid. Alles is openbaar tenzij, is het uitgangspunt. Uit onderzoek van de Stentor - waaraan 227 van de 342 Nederlandse gemeenten meewerkten - blijkt echter dat bijna de helft geregeld zonder legitieme reden achter gesloten deuren vergadert.

Geheimzinnig

De overheid is ontzettend geheimzinnig aan het worden. Hoewel transparantie formeel hoogtij viert, staat de praktijk daar haaks op. Dát er gemeenten zijn die ten onrechte de deuren dichtgooien, verbaast Michiel de Vries, professor bestuurskunde aan de Radboud Universiteit niet. Wel dat het zo massaal gebeurt. Annemarie Drahmann, universitair hoofddocent bestuursrecht aan de Universiteit Leiden: ‘Dat druist in tegen de geest van de Gemeentewet, openbaarheid van bestuur is een zeer belangrijk fundament van de democratische rechtsstaat.’

Uiteenlopende argumenten

De gemeenten voeren uiteenlopende argumenten aan om te rechtvaardigen dat ze geregeld vergaderingen met de gemeenteraad hebben waar buitenstaanders niet bij mogen zijn, buiten de reguliere raads- en commissievergaderingen om. Bijvoorbeeld omdat het slechts informele of technische bijeenkomsten zijn, waar geen politiek wordt bedreven. Omdat het gaat om benen-op-tafel-bijeenkomsten, waar de wethouder en raadsleden slechts met elkaar sparren of beleid voorbereiden, zeggen andere. Ook wordt aangevoerd dat het omwille van ‘bescherming van ambtenaren’ wordt gedaan. Zij - en ook raadsleden - moeten op zulke avonden vrij kunnen spreken. je maakt ambtenaren kwetsbaar als je het openbaar zou maken. Zij verdienen een beschermde omgeving als zij toelichting geven, is dikwijls het motto.

Zorgwekkende tendens

Op grond van deze argumenten mág het simpelweg niet, benadrukt Annemarie Drahmann. ‘Het is een zorgwekkende tendens als gemeenten zich onder de noemer informele bijeenkomst niet meer gehouden voelen aan het uitgangspunt dat openbaar is wat in de gemeenteraad gebeurt.’ Wanneer niet-openbaar mag worden vergaderd, staat in de Gemeentewet en de Wet open overheid (Woo). Bijvoorbeeld als anders bedrijfs- of fabricagegegevens op straat komen te liggen of als het financiële belangen van de gemeente schaadt. Mei vorig jaar werd het korte rijtje uitzonderingsgronden aangevuld met de situatie dat ‘het goed functioneren van de gemeente’ anders zou worden aangetast. Annemarie Drahmann: ‘Dat is echter een noodventiel, dat niet mag worden toegepast omdat men het lastig vindt dat er wordt meegekeken. Dit zegt veel over de huidige bestuurscultuur. Jarenlang is gestuurd op efficiency, de overheid die bestuurd wordt als bedrijf. En in een bedrijf wil je dingen soms graag even met een korte klap regelen. Hier raken de rechtstatelijke waarborgen op de achtergrond, totdat iemand vraagt: past dit wel? Is dit het systeem dat wij willen? Eigenlijk zou die vraag niet vanuit de journalistiek moeten komen, maar vanuit de gemeenten zelf. Maar het zelf controlerende vermogen van de gemeenteraden werkt kennelijk onvoldoende.’ Annemarie Drahmann vindt dat gemeenten zelfreflectie moeten tonen en hun gedrag direct moeten aanpassen. Ook ziet ze een rol voor minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties om de gemeenten hier op aan te spreken.

Wettelijk bepaald

In welke gevallen raads- en commissievergaderingen niet-openbaar mogen worden gehouden, is dus wettelijk bepaald. De uitzonderingsgronden staan in de Woo. In alle andere gevallen zijn de vergaderingen openbaar. Toch kent een groot aantal gemeenten nog een extra vergadercircuit, waarin de deur wordt dichtgegooid: Niet-openbaar. Op grond waarvan? Een gemeente zegt daarover dat het informele bijeenkomsten zijn en geen vergaderingen, waarvan de Gemeentewet voorschrijft dat ze in openbaarheid worden gehouden. Ook andere gemeenten gebruiken dat als argument: Er is geen sprake van een openbare of een besloten vergadering, omdat het geen formele raads- of commissievergadering is. Raadsleden kunnen vragen stellen en ambtenaren moeten vrij kunnen spreken, is de reden waarom de deuren bij technische sessies dicht blijven. De aanwezigheid van externen, waaronder journalisten, kan ertoe leiden dat niet vrijuit wordt gesproken. Het doel van de sessie is dat raads- en commissieleden zich inhoudelijk kunnen voorbereiden op de behandeling van een raadsstuk of nota.

Openheid van zaken

Michiel de Vries, hoogleraar bestuurskunde, vindt dat vergezocht. 'De raad wordt toch bijeengeroepen? Dat moet in de openbaarheid gebeuren. Het is heel belangrijk dat de overheid zo goed mogelijke openheid van zaken geeft. Dit gaat in tegen de beginselen die een democratische rechtsstaat vorming geven. Sommige gemeenten spreken over woordvoerders overleggen. Dat zijn vergaderingen, waarbij B&W de raadsleden informeel bijpraten. Geen idee wie dit heeft bedacht en of dit vastligt in een reglement van orde. Maar het is goed. Best vaak en zelden met de deur dicht. Dat is raar. Gemeenten vormen per slot van rekening met een openbaar bestuur. Een van de uitgangspunten waarbij alle vermoedens en besprekingen van de raad openbaar moeten zijn, tenzij er een gegronde (wettelijke) reden is om dit niet te doen.'

Wantrouwen

Raadsinformatiebijeenkomst, overlegoverleg, raadsgesprek, onder diverse benamingen duiken de niet-openbare sessies op. Veelal gesprekken waarin raadsleden informeel of technisch ondermijnd worden en vooral niet-politiek, zeggen meerdere gemeenten. mede rechtvaardigen ze het niet-openbare karakter. Maar als slechts enkele feiten worden uitgewisseld, is er geen reden dat buiten de openbaarheid te doen is. Alles met een technisch karakter (overwegend doel) moet juist openbaar zijn en valt in de Woo. Het technische karakter van informatie mag geen argument zijn om die vernietiging te behouden of te behandelen. Ook sparren met de raad heeft gewoon een politiek karakter, dat dient in openbaarheid te gebeuren.

Als je dit ziet’, zegt Michiel de Vries, ‘dan is het niet vreemd dat het wantrouwen in de politiek toeneemt. Het voelt alsof er dingen in het geniep gebeuren. Onvoorstelbaar dat men het wel fijn vindt buiten het oog van de camera’s, zonder priemende ogen te vergaderen, zonder media die meekijken. De gemeenten gaan hiermee over de schreef, puur technisch informeren bestaat niet, er zitten altijd vooringenomenheden in. Je zit daar voor de bevolking!’ Annemarie Drahmann: ‘Het is heel Nederlands om polderend even te willen horen wat er gebeurt. Maar als zaken achter gesloten deuren worden voorgesproken, draagt dat niet bij aan het vertrouwen in het openbaar bestuur.’

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.