20 maart 2023

Bezinning

Om allerlei redenen was ik het afgelopen weekend na de voor het CDA dramatisch verlopen verkiezingen in een stemming om de boel eens flink op te ruimen, misschien wel omdat het er buiten uitzag of het voorjaar was. Vroeger, toen het fenomeen appen nog helemaal niet bestond, schreef je elkaar brieven, je ontving ansichtkaarten uit verre oorden en Kerst- en Nieuwjaarskaarten van familie en vrienden. Ze zijn soms bijzonder of te emotioneel om weg te gooien dus die bewaarde je.  Je bond ze samen met een lintje er omheen en deed ze in een oude sigarendoos. Je wist dat je ze had, vaak ook nog wel waar ze waren, maar je keek er eigenlijk nooit naar. Dat is allemaal voor later, nam je je voor, dan ga ik ze vast nog eens lezen. Er waren brieven bij van voormalige collega’s en kennissen die ik al decennia niet meer spreek, met wie ik elk contact ben verloren en van wie ik geen idee heb wat er van ze is geworden. Maar er zaten ook oude CDA-folders, flyers, programmaboekjes en raamposters uit vervlogen CDA-tijden bij.

Fusie

Op zaterdag 11 oktober 1980 werd het CDA opgericht als nieuwe partij. Daarvoor bestond het al sinds 1973 als federatief verband van KVPARP en CHU. De gedachte aan fusie ontstond in de jaren zestig toen de drie partijen te maken kregen met fors zetelverlies. Na een moeizaam proces, waarbij met name de grondslag ter discussie stond, slaagden de drie partijen erin tot een fusie te komen. De oprichting vond plaats in het Congresgebouw in Den Haag. Tijdens zijn feestrede herinnerde partijvoorzitter Piet Steenkamp aan het hobbelige voortraject, maar stelde hij ook dat meer dan ooit behoefte was aan een ‘moderne christendemocratische partij, die de evangelische waarden vertaalt voor onze samenleving’. Op hetzelfde moment werden de drie schragende partijen opgeheven: de Katholieke Volkspartij (KVP), de Antirevolutionaire Partij (ARP) en de Christelijk-Historische Unie (CHU).

Mooie Tijden

Er braken mooie tijden aan. Het CDA had ruim 30 jaar geleden nog een derde van de Tweede Kamerzetels in handen: 54 zetels onder Lubbers, de toenmalige langstzittende minister-president van Nederland. Ruim tien jaar geleden leverde het CDA met Balkenende (hij behaalde in 2006 zelfs nog 41 zetels) de laatste premier vóór Rutte. Het CDA haalde bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen 15 zetels en raakte er een kwijt door het vertrek van Pieter Omtzigt. Het geeft des te duidelijker aan hoe smal de basis is geworden waar het CDA nog op leunt. Het is de partij de afgelopen jaren niet gelukt om kiezers duidelijk te maken waar ze inhoudelijk voor staat. De Provinciale Statenverkiezingen waren een aardverschuiving én een krachtig signaal aan het politieke establishment.

Vertrouwen herstellen

Het is nu tijd om de gemoederen te laten bedaren, te zoeken naar een nieuwe positie en het vertrouwen van kiezers te herstellen. En dat is nodig, want het vertrouwen is laag: slechts de helft van de mensen die tijdens de Provinciale verkiezingen op het CDA stemden zegt nog vertrouwen te hebben in het CDA-bestuur en de partijleiding. Ter vergelijking: de gemiddelde partijleider staat op zo'n 90% vertrouwen bij de eigen kiezers. Interne affaires hebben bij het CDA diepe sporen nagelaten. Ruim veertig jaar lang was de plek van het Christendemocraten in het provinciale bestuur gegarandeerd, zelfs als de partij zware tijden kende. Maar die machtspositie zal nu resulteren in de kleinste CDA-Senaatsfractie ooit in het 43-jarige bestaan van de partij. Het past bij de neerwaartse trend die twintig jaar geleden werd ingezet. Destijds had het CDA nog 23 zetels in de Eerste Kamer. Maar dat aantal brokkelde jaar na jaar af. De dreun van 15 maart jl. is nog harder dan verwacht. Het verliest naar verwachting een flink deel van de zetels in de Senaat: van de negen zetels houdt de partij er nog maar vijf over.

De kloof zou worden gedicht

Het CDA had er nog zo goed over nagedacht: met een nieuw plan voor heel Nederland zouden de christendemocraten het vertrouwen van kiezers terugwinnen. De kloof tussen stad en platteland zou worden gedicht. Demonstratief verklaarde partijleider Hoekstra dat het jaartal 2030 ‘niet heilig’ was om de stikstofdoelen te bereiken. Er zou voortaan weer worden geïnvesteerd in voorzieningen voor het platteland en écht geluisterd worden door Den Haag. Het plan mislukte faliekant. Het CDA werd ongenadig afgestraft. Vrijwel overal is de toch al gekrompen partij gehalveerd en groot deel van de oude boerenachterban heeft in BBB een aantrekkelijk alternatief gevonden. De electorale concurrent is er met de oorspronkelijke CDA-achterban vandoor gegaan. Hoe kon dat gebeuren? De BBB boekte een electoraal succes, door nuchter en minder ijdel dan andere partijen potentiële kiezers te bezoeken. Haar aanhang stootte BBB niet af met verheven klinkende prietpraat. In talkshows zat een fiere boerburgervrouw die haar schouders ophaalde over die malle politici met hun ingewikkelde praatjes.

Bezinning

Er is niets mis met het CDA-verhaal, maar de partij is te laat begonnen met het verkondigen ervan. Een nieuwe koers van het CDA is in de maak, is achter de schermen te horen. Dat gebeurt mede onder druk van de provincies. Maar voor de wederopstanding is meer nodig dan alleen wat gezichten veranderen. Het CDA heeft tot de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2025 -tenzij het kabinet eerder demissionair is- de tijd om te zorgen voor rust - en inhoud. Het heeft de afgelopen decennia veel politieke, maatschappelijke en partij-inhoudelijke ontwikkelingen doorgemaakt. Het CDA hoort te zitten op de positie die haar het meest bekend is: in het centrum van de politieke macht. Haar gedachtegoed is te mooi om de christendemocratische traditie en waarden voorgoed te verliezen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.