27 juni 2022

Stikstof

Onlangs was ik in het dorpshuis in een klein stadje in Overijssel, waar een bijeenkomst werd gehouden over stikstof reductie. In die provincie zijn tal van melkveeboeren, fruittelers en pluimveeboeren. Ze produceren eten -en te veel stikstof. De boeren, zo liet hun woordvoerder weten, willen duidelijkheid over hoeveel minder hun bedrijven moeten uitstoten. In de zaal zaten veel boeren die het CDA tot voor kort tot haar vaste achterban kon rekenen en onder de aanwezigen waren ook veel provinciebestuurders en gedeputeerden die voor het CDA medeverantwoordelijk zijn voor het beleid.

Terwijl ik aan de bar een kop koffie bestelde kwam een man binnen. Ik kom hem herhaaldelijk tegen bij CDA-bijeenkomsten en andere manifestaties. Een rijzige heer met een gecoiffeerde snor en een moderne bril. Zijn kleding verraadt dat hij tot de hogere stand behoort, want hij draagt altijd mooie pakken. Hij nam plaats, sloeg zijn benen over elkaar en bleek twee verschillende sokken te dragen, hetgeen tot enige hilariteit leidde. Terwijl hij het programma doornam kwam een ober aangesneld en vroeg wat hij wilde drinken. Dat is op zich al bijzonder want de andere gasten moesten hun drankje zelf halen.  ‘Doe mij maar een jonge’, riep hij onverschillig ‘en nog een biertje tegen de dorst’. Hij had een stem met een volledige tapvergunning. Ontspannen leunde hij achterover. Zijn ego was op de been en de avond kon beginnen.

Na de opening door de plaatselijke voorzitter van de Boerenbond vroeg hij het woord en liep militairement naar het spreekgestoelte. In de zaal klonk geroezemoes. De spreker scheen een herenboer te zijn. Een term die wordt gebruikt om een boer aan te duiden die voldoende kapitaal heeft om niet zelf zijn land te bewerken maar hiervoor personeel in dienst heeft. Deze rijkdom uitte zich vroeger vooral in sociale positie en aanzien.  Door de verschillen tussen enerzijds de kleine groep herenboeren en anderzijds de landarbeiders waren de klassentegenstellingen groot. Meerdere herenboeren waren en zijn nog steeds actief in de plaatselijke, provinciale- en landelijke politiek.

De man had een brede grijns om zijn lippen die blijkbaar vermakelijke dingen wilden vertellen. Kortom, een bon vivant met een ouderwetse zwier. Hij leek een onwankelbaar verlangen te hebben zich op deze aarde te amuseren. Hij nam een slok van zijn drankje en begon: “Dames en heren, de kwaadheid van de boeren is oprecht, maar dit speelt al meer dan vijftien jaar”. Zijn kloeke volzin kreeg de zaal in een keer stil en de toehoorders zaten gespannen klaar voor de rest. Hij nam weer een slok en ging verder: “Iedereen, van boerenorganisaties en politiek tot de natuur- en milieusector, wist dat overmatige stikstofneerslag door de landbouw nabij natuurgebieden onhoudbaar was. Maar het beleid wilde er de boeren niet mee lastigvallen. Het loopt wel los, dacht men, zoals wel vaker met natuur- en milieuthema’s. Nu een minister eindelijk de moed heeft om het op te lossen, is zij het die alle klappen krijgt. Dat is unfair. We zullen altijd voedsel nodig hebben, maar we moeten omschakelen naar een regeneratieve landbouw die de natuur niet schaadt. Boeren en natuurbewegingen slaan dan maar beter de handen ineen. Ze hebben elkaar nodig. Zoals ook de industrie die het vuilnisbeltmodel blijft hanteren. Producten worden met opzet gemaakt om snel kapot te gaan. Zo vernielen we de natuur, die ook onze belangrijkste klimaatbuffer is, in recordtempo. 

De herenboer kreeg het met zoveel aandacht naar zijn zin, leunde voorzichtig op het spreekgestoelte en nam een ferme slok van zijn bier.  Kennelijk was de katheder door een plaatselijke knutselaar in elkaar gezet, want het kraakte hevig en dreigde ineen te storten. De aanwezigen hielden hun adem in, maar de man gaf geen krimp. Nadat de ober met een grote gevulde kan water en een paar glazen kwam aanzetten gebeurde het. Met stemverheffing en een vuistslag op de katheder zei de herenboer: ‘Ik ben al verdorie ruim dertig jaar CDA-lid. En van plan dat te blijven. Maar de partij mag er wel wat harder in en mag niet omvallen. Na dit enthousiaste betoog steeg het spreekgestoelte ineen en nam de herenboer in zijn onfortuinlijke val mee. Obers snelden toe om hem overeind te helpen, maar met een sierlijke tred stond hij op, schudde het stof van zich af en zei: ‘Het is gelukkig geen stikstof!’

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.