Basis- en voortgezet onderwijs

Basis- en voortgezet onderwijs
Een kind dat opgroeit, kan en moet veel leren: van normale schoolvakken tot bijzondere vaardigheden die van pas komen in het dagelijks leven. Dat doen kinderen thuis en op school. De opvoeding van de ouders staat voorop en wordt aangevuld door onderwijs. Ouders hebben de vrijheid om het onderwijs voor hun kinderen te organiseren op een manier die past bij hun levensovertuiging. De gemeente zorgt voor hoogwaardig onderwijs in iedere wijk in goede schoolgebouwen. Daarmee garanderen we dat kinderen altijd in hun eigen wijk naar school kunnen. Zo is er altijd een vangnet en kan ieder kind rekenen op goed onderwijs.
Als we spreken over onderwijs ligt er een heldere taakverdeling tussen schoolbesturen, leerkrachten en de gemeente. De verantwoordelijkheid voor het onderwijs ligt bij schoolbesturen. Leerkrachten hebben de meeste inhoudelijke kennis. De gemeente is primair verantwoordelijk voor schoolgebouwen, waarin het goed leren en werken is. Als scholen samen willen gaan werken met kinderopvang en o.a. sportverenigingen, dan zorgt de gemeente voor passende huisvesting en waar nodig ook personele ondersteuning (bijvoorbeeld een beheerstichting voor een wijkgebouw waarin ook scholen een plek hebben). We kiezen er voor om scholen te vestigen in gebouwen waarin ook kinderopvang en andere voorzieningen (bijvoorbeeld een sportzaal of een gedeeld technieklokaal) een plek kunnen krijgen. Kleine schoolgebouwen worden niet meer vernieuwd.
Als kinderen een plaats moeten vinden in het speciaal onderwijs buiten Veenendaal, dan zorgt de gemeente voor leerlingenvervoer. Ouders moeten hierbij de keuze krijgen uit voldoende scholen (bijv. minimaal 3) en/of instellingen zonder dat hun keuze de hoogte van de vergoeding beïnvloedt. Omdat er weinig bussen rijden in de regio, zal dit voornamelijk met taxi’s gebeuren.
Bij de bouw van nieuwe onderwijsvoorzieningen is aandacht voor toegankelijkheid voor leerlingen met een beperking. Minimaal een deel van de lokalen en 75% van het schoolplein zijn goed toegankelijk voor kinderen met een fysieke beperking.
Concreet betekent dit:

  • De ouders zijn vrij in de keuze voor een school voor hun kinderen. De gemeente is verantwoordelijk voor toegankelijke scholen in de eigen wijk;
  • Nieuw te bouwen scholen voldoen aan het ‘nul-op-de-meter’ principe. De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting en mag daar ook geen financiële bijdrage voor vragen aan het schoolbestuur;
  • Elk schoolgebouw wordt iedere vijftien jaar gerenoveerd. We streven ernaar om deze naar het VENG niveau (Volledig Energieneutraal) te brengen. Mocht dat niet lukken dan is BENG (Bijna Energieneutraal) het minimaal te behalen niveau. De renovaties die nodig zijn om schoolgebouwen klaar te maken voor een energieneutrale toekomst komen voor rekening van de gemeente;
  • Er komt een onderzoek naar de mogelijkheden om schoolbesturen meer zeggenschap te geven over geld voor huisvesting.;
  • Schoolgebouwen zijn goed toegankelijk voor leerlingen met een fysieke beperking (rolstoel).

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.