24 november 2014

Over vissterfte, gemengde riolen en overstorten

In Breukelen hebben dit najaar enkele incidenten plaatsgevonden met vissterfte. Dit gebeurde bij werkzaamheden van een aannemer in een watergang in opdracht van Waternet en het waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Het CDA heeft in het bestuur van het waterschap vragen gesteld over de vissterfte.

Om grondwateroverlast te voorkomen is de waterstand in het betrokken gebied permanent verlaagd. De waterdiepte is na de peilverlaging echter voldoende om onderhoud met een (maai)boot te kunnen uitvoeren. De opgetreden vissterfte is waarschijnlijk ontstaan door zuurstoftekort in het water. De oorzaken voor het zuurstoftekort kunnen overstorten uit het riool of opwervelend slib door de schroef van de boot zijn of een combinatie daarvan. Overstorten kunnen in de toekomst nooit helemaal kunnen worden voorkomen. In gebieden met een gemengd stelsel kan het voorkomen dat er vervuilde overstorten in het oppervlaktewater voorkomen. Er zijn in het AGV gebied diverse overstorten, bijna in elke gemeente. Bij vissterfte moet er echter wel sprake zijn van een grote overstort, dit gebeurt dus niet zomaar. Het is natuurlijk ook afhankelijk van de grootte van het ontvangende oppervlaktewater.

 

Gemengde of gescheiden riolen?

Overstorten treden in werking bij extreme buien. Hoe vaak per jaar dat is, is niet te voorspellen, maar zou slechts enkele keren per jaar mogen zijn. Op 29 juli en op 26 september was dit jaar sprake van extreme, overvloedige regenval, waarbij mogelijk gemengde riolen de hoeveelheid water niet aan konden.  Daarom zijn er op bepaalde plaatsen juist noodoverlopen of overstorten op de riolering gebouwd. Zo kan het overtollige water naar een waterloop en vermindert de kans op wateroverlast. Maar er is één heel groot nadeel. Hoewel overstortwater erg verdund is, komt er toch telkens een fractie vervuiling in de waterloop terecht, met soms vissterfte tot gevolg. Overstorten zijn noodzakelijk in een gemengd stelsel maar hebben meestal een negatieve impact op het milieu. Vervangen van een gemengd stelsel naar een gescheiden stelsel voorkomt in de toekomst overstorten met vervuild water. Bij een gescheiden stelsel komt alleen nog hemelwater op het oppervlaktewater uit. Wanneer er meer extreme buien zijn, zullen er ook meer overstorten kunnen plaatsvinden. Gemeenten zijn wel bezig om meer af te koppelen daar waar het kan, zodat het stelsel nog minder snel volloopt.

Een aantal gemeenten in het gebied van waterschap Amstel, Gooi en Vecht moet nog een aantal maatregelen uitvoeren, maar de afgelopen jaren zijn er veel overstorten gesloten. Als riolen overstorten door storingen, verstoppingen of als er foutieve huisaansluitingen op het regenwaterriool zijn, dan wordt de gemeente hier op aangesproken. Zo mogelijk wordt het rioolwater dat in de watergang is gekomen weer teruggepompt het riool in of de foutieve aansluitingen worden opgezocht en hersteld.

Elke gemeente heeft gebieden waar sprake is van een gescheiden stelsel, waar de afvoer van het hemelwater is losgekoppeld van het transport van het afvalwater naar de rioolwaterzuivering. Een gescheiden stelsel wordt aangelegd als het technisch mogelijk is, als de financiële middelen beschikbaar zijn, als het riool vervangen moet worden,  er mogelijkheden zijn om het regenwater te filtreren in de bodem of (schoon) op het oppervlaktewater te lozen, of als het dringend noodzakelijk is om overstort te voorkomen. Riolen worden beheerd door de gemeenten. De rioolwaterzuiveringsinstallaties worden beheerd door de waterschappen, bij Amstel, Gooi en Vecht door Waternet, de uitvoerende organisatie van het waterschap en de gemeente Amsterdam.

 

Handhaving door Waternet

De afdeling Handhaving van Waternet verricht metingen bij directe lozingen van bedrijven. Directe lozingen zijn lozingen die meteen van een terrein op het oppervlaktewater worden geloosd. Dit kan hemelwater van een parkeerterrein zijn of afvalwater van een zuivering van een bedrijf. Binnen het monitoringprogramma van het oppervlaktewater door de afdeling Handhaving worden geen metingen gedaan, specifiek voor het lozen van regenwateroverstorten. Op belangrijke knooppunten worden wel metingen aan waterkwaliteit uitgevoerd, waardoor langetermijneffecten van verschillende knelpunten samen in beeld worden gebracht. Met behulp van water- en stoffenbalansen wordt een inschatting gemaakt van het relatieve aandeel afstromend regenwater. Bij meldingen van overstorten door burgers of de beheerder van het rioolstelsel komt het wel voor dat zuurstof en elektrisch geleidend vermogen (egv) wordt gemeten. Indien er, na overvloedige regenval, veel straatvuil, bladeren en hondenpoep in het water terecht komen kan er een zodanige verslechtering van de kwaliteit van het oppervlaktewater plaatsvinden dat er in theorie zuurstofloosheid ontstaan. Door de aanleg van gescheiden rioolstelsels en door de aanleg van bergbezinkbassins moet dit zo veel mogelijk voorkomen worden. In de praktijk zijn er wel effecten van gescheiden stelsels op de lange termijn. Via afspoelend regenwater komen veel voedingsstoffen in het water en de waterbodem terecht. Hierdoor ontstaat makkelijk kroos of algenbloei wat vervolgens weer zuurstoftekort kan veroorzaken.

 

Specifiek geval

De signalen van vissterfte hadden in het specifieke geval in Breukelen eerder door de aannemer aan Waternet doorgegeven kunnen worden. Inmiddels zijn afspraken gemaakt met de betreffende aannemer en wordt hierover een regel opgenomen in het werkprotocol, zodat dergelijke situaties voorkomen kunnen worden.

Zie hier de vragen door de CDA-fractie en de beantwoording  

 

(bron: projectbureauschoonschip.nl/amsterdamwaterbestendig)


Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.